Gedurfde aanpak Porta Nova tegen trips betaalt zich uit
Peter Lansbergen: "We hebben het evenwicht gevonden. Dat geeft veel rust."
Begin dit jaar zette Porta Nova in op Limonica als belangrijkste bestrijder van trips in een aanplant rozen van nog geen jaar oud. Een gedurfde maar effectieve aanpak: dankzij onder meer een tijdelijke overkill houdt het plaaginsect zich koest in de tripsgevoelige cultivar White Naomi.
Bij Porta Nova is Peter Lansbergen verantwoordelijk voor de gewasbescherming. Een jaar geleden begon hij bij Porta Nova en één van de eerste vragen die hij zich stelde was of in de gewasbescherming verbeteringen mogelijk waren. De onderneming heeft aan de Abraham Kroesweg in Waddinxveen vier teeltlocaties, samen goed voor ruim 19 hectare. Red Naomi en White Naomi zijn de geteelde cultivars.
"De gewasbescherming in White Naomi is moeilijker dan in Red Naomi. Het gewas van White Naomi is voller waardoor plaaginsecten zich makkelijker verstoppen, en het ras is ook gevoeliger voor met name trips. Bij Porta Nova is de teelt bovendien heel sterk op een topkwaliteit gericht. We doen daarom in het klimaat, de belichting en het teeltregime geen concessies, ook niet als die de biologische gewasbescherming ten goede zouden komen", vertelt Peter.
Absolute overkill
Toch moest White Naomi met veel minder chemie worden geteeld. In overleg met Vince van der Gaag en Ellen Klein van Koppert besloot Porta Nova om met ingang van 2020 de chemie af te bouwen en in te zetten op Limonica, de roofmijt Amblydromalus limonica. De chemische bespuitingen werden stopgezet en in week 7, nadat op het gewas geen chemisch residu meer werd gevonden, werd Limonica geïntroduceerd.
Dat gebeurde bepaald niet op een bescheiden manier. Bijna twee maanden lang werd de bestrijder in een overkill over het gewas verblazen. Enkele weken ging het zelfs om het achtvoudige van de standaard geadviseerde aantallen: geen 25 exemplaren per vierkante meter, maar 200.
Een gedurfde aanpak
Die aanpak heeft geholpen, concluderen Peter en zijn consultant Gerard Buitelaar in september. Peter: "Tot nu toe is het goed gegaan. Er is een hoekje geweest waar trips problemen gaf. Dat deel hebben we met plastic afgescheiden van de rest van de kas. Met plaatselijke correctiebespuitingen, extra vangkaarten en feromonen (Lurem-TR) hebben we ervoor gezorgd dat de uitbraak zich niet verder kon verspreiden."
De aanpak van Porta Nova was gedurfd. "Als het fout zou zijn gegaan, hadden we terug naar de chemie gemoeten. Maar dat biedt niet veel ruimte meer. Het aantal middelen is beperkt en aan hun gebruik zijn te veel restricties verbonden. Je komt met chemie gewoon niet meer uit de problemen. Bovendien presteert een gewas met minder middelengebruik op alle vlakken beter; dat resulteert weer in rozen van topkwaliteit"
Monitoren met spoelmonsters
Gerard Buitelaar: "Met spoelmonsters monitoren we de populatieontwikkeling van de bestrijders."
"Met behulp van spoelmonsters volgen we de populaties van de bestrijders op de voet", vertelt Gerard Buitelaar. "Zo weten we steeds of er nog voldoende bestrijders in het gewas aanwezig zijn. Dat kan het beste op deze manier, want zoals gezegd heeft White Naomi een voller en dichter gewas dan Red Naomi: tripsen en andere plaaginsecten kunnen zich makkelijker verstoppen."
Op plekken waar een potentiële haard zou kunnen ontstaan, worden ook zakjes met Montdo-Mite uitgehangen. Dit is de roofmijt Transeius montdorensis. Peter: "Verder hebben we in onze nieuwste kas, van twee maal 4,3 hectare, een regenleiding onderin het rozenbed aangelegd. Met water waaraan een middel op basis van Beauveria bassiana is toegevoegd, houden we het afgevallen blad nat. De werkzame schimmel in dat product draait de tripspoppen de nek om. Zo voorkomen we een besmetting vanaf de grond."
Een noodzakelijke investering
Peter wijst op het grote belang van goed scouten. De vier scouts controleren elke week, in de even weken de even paden, en andersom. "Zij zijn zeer alert. En het blijkt dat zo'n gestructureerde aanpak werkt, want we komen eigenlijk nooit voor verrassingen te staan."
Spint, bladluizen, wittevlieg en rupsen veroorzaken geen grote problemen in de rozen van Porta Nova. Meeldauw blijft lastig; de schimmel wordt in White Naomi op verschillende manieren aangepakt.
Daarnaast onderhoudt Peter contact met omliggende akkerbouwers. Zij kregen een rondleiding bij Porta Nova, daarna werd afgesproken contact te houden over de werkzaamheden op het land. Peter: "Dit gaf ons de mogelijkheid daar rekening mee te houden. Aan de hand van de windrichting kunnen we dan de ramen knijpen en de koeling inschakelen. Ook kunnen we daksproeiers bijzetten en we controleren ook buiten de kas met vangkaarten. Zo houden we de invlieg van trips tegen en voorkomen we schade aan de bloemen."
De grote winst van 2020 zit 'm, aldus Peter, in de gekozen totaalaanpak: een overkill aan Limonica, pleksgewijs corrigeren en continu scouten. "De tijdelijke overkill was een investering, een noodzaak om met de chemie te kunnen stoppen. Maar we hebben het evenwicht gevonden en zetten nu normale aantallen van Limonica in. Alles is erop gericht om dit evenwicht vast te houden. Dat lijkt goed te lukken. Ik loop nu een stuk lekkerder door de tuin heen."
Wereldwijd de nummer 1
White Naomi op de vestiging aan de Abraham Kroesweg 31. Boven het gewas zijn de units voor koeling zichtbaar.
Porta Nova produceert ongeveer 60 miljoen stuks Naomi's per jaar en is daarmee de grootste producent van deze cultivars ter wereld. De onderneming kiest ervoor de markt uitsluitend een topkwaliteit te leveren en committeert zich aan die keuze door op de rozen een kwaliteitsgarantie te geven. Leon Dukker, Nico van Vuuren, diens zoon Stefan van Vuuren en Aad Luijk zijn de eigenaren van Porta Nova.
De onderneming werkt eraan de laagste ecologische 'voetafdruk' per roos te realiseren. Zo wordt op de nieuwste kwekerij, aan de Abraham Kroesweg 31, geteeld zonder aardgas en met koeling. Ook als het gaat om duurzaamheid zoekt Porta Nova de hoogste podiumplek.