Categorie: Artikel
Publicatiedatum: juni 01, 2023

Samenwerking op het gebied van kennis biedt nuttige inzichten in de bestrijding van Pepertrips

Onze adviseur:

Marjolein van der Knaap-Stolk Consultant sierteelt

Samenwerking op het gebied van kennis biedt nuttige inzichten in de bestrijding van Pepertips

Pepertrips is een relatief nieuwe soort trips die in 2019 de kop op stak. Het is een exoot die waarschijnlijk uit Azië komt en overlast veroorzaakt in de kassen van meerdere Anthuriumkwekers. Omdat het een uitdaging is om deze trips het hoofd te bieden, is een project opgezet om inzicht te verkrijgen in het gedrag van deze plaag, in het gewas Anthurium, om deze uiteindelijk te kunnen bestrijden. De afdeling Samples & Diagnostics van Koppert neemt een belangrijke rol in, in de gezamenlijke zoektocht naar de juiste bestrijdingsmethode.

De firma’s Wijne en Peele telen snijanthurium in het zuiden van ons land en kwamen de lastige Pepertrips tegen in hun teelt. Reden om een hulpvraag neer te leggen bij hun contactpersoon bij Mertens, Geert van Wijlick. Deze telers draaiden mee in een project waarbij Delphy intensief monitorde op een aantal snijanthuriumkwekerijen. Hierbij kon de afdeling Samples & Diagnostics van Koppert een mooie bijdrage leveren in het tellen en determineren van monsters die door Delphy bij de kwekers werden verzameld. Een nieuw project was geboren.

Van Wijlick vertelt: “Mijn advies was om eerst de rust op te zoeken met chemische middelen, dit deden we in februari/maart van vorig jaar. Daarna konden we starten met de biologie en begonnen we meteen met het experimenteren met roofmijten en nematoden. We gebruikten wekelijks Mycotal ter ondersteuning van de uitzet van Swirski-Mite. Vervolgens hebben we alleen met groene middelen de biologische inzet ondersteund. We maakten hierbij gebruik van Low Volume Mist (LVM); het vernevelen van de biologische middelen in de kas.

Na de proefperiode, die tot eind december duurde, hebben we zo veel mogelijk strategieën uitgeprobeerd. Van Wijlick wijst een duidelijke conclusie aan: “We hebben roofmijten ingezet en ook bijgevoerd, met Nutemia. Dit is een bijvoerproduct op basis van Carpoglyphus lactis. De natuurlijke vijanden zijn daadwerkelijk effectief met de ondersteunende inzet van alleen groene middelen”.

Monitoring

Martijn Voorwinden, projectleider bij Delphy bevestigt dat. Hij hield zich vanuit zijn expertise bezig met dit project. Hij licht toe: “We zijn begin 2020 gestart. Ons plan van aanpak was het tweewekelijks scouten en monitoren van de pepertrips. We deden dit met de Horiver vangkaarten van Koppert met feromonen. Na het tellen van de kaarten bespraken we de uitslag met de kwekers. Monitoring is belangrijk omdat je door te meten tijdig kunt ingrijpen.”

Tijdens de monitorrondes werd geëxperimenteerd met de positie waarop de vangkaarten werden opgehangen; op gewashoogte en een stuk boven de plant.

Na slechts enkele weken kon Voorwinden concluderen dat de beste hanghoogte de gewashoogte is. Hij benadrukt dat deuitdaging van deze plaag zit in het feit dat de trips zich ophouden in de bladrol en de schacht van de plant.

Testresultaat

In de tests werd ook het schimmelpreparaat Mycotal van Koppert gebruikt. Dit middel presteerde boven verwachting goed.

De basis van de gewasbeschermingsstrategie werd gelegd met Swirski-Mite en Nutari. En er werd Entonem (Steinernema feltiae) aangegoten en daarnaast gecorrigeerd met licht chemische middelen. Mycotal werd ingezet ter ondersteuning van bovengenoemde strategie. Het zijn twee verschillende oplossingen maar samen bleken zij effectief te zijn. Na de looptijd van het project was er een duidelijke conclusie. “Overall kunnen we zeggen dat onze conclusie is: een gecombineerde inzet van diverse biologische gewasbeschermers is het meest effectief”, aldus Voorwinden.

Kruisbestuiving

De specialistische kennis van Marjolein van der Knaap, consultant bij Koppert, was erg waardevol in dit project. Samen met Marjolein kon Voorwinden over de schutting te kijken naar andere gewassen en de oplossingen die daar goed werken. Door de kennis over andere gewassen mee te nemen in dit project, konden nieuwe inzichten verkregen worden. De figuurlijke kruisbestuiving.

Determineren en tellen

Om de bevindingen te staven, deed van der Knaap een beroep op Onne Isfordink. Hij is als onderzoeker werkzaam op de afdeling Samples & Diagnostics van Koppert. Deze afdeling ondersteunt de consultants met het onderzoeken van o.a. spoelmonsters om feitelijke kennis te kunnen delen met de telers.

Isfordink ontving van de telers één keer in de twee weken een emmer met 50 Anthuriumbladen. Na het spoelen van het bladmateriaal met heet water, filterde hij het geheel en hield hij alleen de insecten en mijten over. Naast het doen van tellingen determineert hij de plagen en bestrijders: hij prepareert de insecten en beoordeelt ze onder de microscoop. Hij bekeek in dit onderzoek hoeveel trips zichtbaar waren in het monster én hoeveel bestrijders erin voor kwamen. “De resultaten heb ik gedeeld met Marjolein en Martijn. Zij koppelden die aan de aantallen die zij zelf geteld hadden met de vangplaten. Aangezien de roofmijt noch de trips larve vliegen kan, is alleen meten aan de hand van vangplaten niet voldoende; door de tellingen samen te voegen krijg je wél een compleet beeld.”, aldus Isfordink.

Toekomst

“Dat de strijd nog niet gestreden is, is een feit”, zegt van Wijlick. ”De Pepertrips is een hardnekkig plaaginsect; we zien namelijk dat de Pepertrips in de tropische planten en soms in de paprika een blijvend en groeiend probleem vormt. We blijven echter leren van de praktijk; we zullen de learnings weer meenemen in de strategieën die we dus steeds blijven aanscherpen.”, voegt van Wijlick toe.

Anthuriumkweker Peelen geeft aan dat zijn bedrijf zich in de beginfase bevindt in de bestrijding van Pepertrips. Over de samenwerking is hij kort: die is goed bevallen en zal daarom worden voortgezet.

Hij concludeert dat de inzet van biologie zijn werk wel gedaan heeft en dat er inzichten zijn opgedaan om de resultaten te optimaliseren. De kweker gaat verder met het inzetten van natuurlijke vijanden en zal hierbij blijven schakelen met Van Wijlick en Van der Knaap.

Wijnens voorkeur

Anthuriumkweker uit Asten, Johan Wijnen, was onderdeel van deze pilot. Hij is heel positief over het feit dat dit project met Delphy is opgezet. Hij vindt het een goed idee dat het gewas goed is gemonitord. Wijnen geeft aan: “Ik bestrijd plagen al meerdere jaren voornamelijk met biologische gewasbeschermingsmiddelen. We zetten de bodemroofmijt Stratiolaelaps scimitus (voorheen Hypoaspus miles) sowieso één keer per jaar in, de rest van de tijd werken we vooral met Swirski-Mite. Hiertoe zijn we overgegaan omdat er goede resultaten waren behaald in de strijd tegen Californische trips. We kunnen nog niet 100% bestrijden met biologie maar we zullen de huidige, geïntegreerde, strategie doorzetten. Onze voorkeur ligt immers bij biologie”.

Van der Knaap concludeert: “Dit soort samenwerkingen in de sector zijn heel waardevol. Voornamelijk vanwege kennisdeling en uitwisseling. Samenwerking is ‘key’ om gezamenlijk vooruit te komen in de aanpak van deze lastige plaag. Met up-to-date kennis van onze consultants en distributeurs kunnen we van meerwaarde zijn voor de kweker”.

Aanbevolen voor jou