Algemeen
In Europa is Clavibacter een quarantaineziekte en daarom wordt er nauw samengewerkt om te voorkomen dat de bacterie een land binnenkomt. In het zeldzame geval van een besmetting worden er strenge maatregelen getroffen om de besmetting uit te roeien. Bij tomaat moeten de telers het besmette gewas volledig vernietigen, of (in een oud gewas) alleen de planten in het besmette gebied met een flinke bufferzone. Er mag pas opnieuw geplant worden als is aangetoond aan de autoriteiten dat er een grondige ontsmetting heeft plaatsgevonden. Aardappeltelers kunnen hun hele oogst kwijtraken, niet alleen alle aardappelen op de besmette akker in dat seizoen, maar ook die van andere akkers op het bedrijf, omdat ze als ‘verdacht’ kunnen worden bestempeld. Op de akker waar een besmetting is geconstateerd, mogen gedurende vijf jaar geen aardappelen of overige Solanaceae worden geteeld. Op andere akkers op hetzelfde bedrijf mogen gedurende één jaar na de besmetting geen pootaardappelen worden geteeld.
Levenscyclus en uiterlijk van de bacterieverwelkingsziekte bij tomaat
Clavibacter wordt via zaad en pootgoed overgedragen, en de primaire infectie is meestal afkomstig van besmet uitgangsmateriaal. De ziekte wordt in bedekte teelten verspreid naar andere kiemplanten door aanraking, en in veldgewassen door water, bijv. opspattend regen- of beregeningswater. Zowel in de kas als in de volle grond kan de bacterie ook verspreid worden door bespuiting. Verder wordt hij verspreid via machines, oogstfust en gereedschap. De bacterie infecteert nieuwe planten door binnen te dringen via wonden en vervolgens naar de vaten van de plant te groeien. Doordat de xyleemvaten verstopt raken, wordt de groei van de plant geremd en verwelkt de plant. De bacterie kan enige tijd overleven in opslag en in gewasresten van aardappel. Na de oogst kunnen gezonde knollen aangetast worden door geïnfecteerde knollen.
Schadebeelden
Clavibacter veroorzaakt vlekken op stengels, bladeren en vruchten. Bladeren en scheuten verwelken. Op de onderste bladeren ontstaan blaarachtige witte plekken die later bruin worden en kunnen versmelten. De bladeren verwelken en krullen omhoog, vaak aanvankelijk aan één kant van de plant. Ze worden bruin, maar vallen niet af. Op de stengels en scheuten ontstaan lichte strepen. Deze strepen scheuren open en vervolgens ontstaan er kankers op. Op tomatenbladeren verschijnen natte plekken die wit zijn met een bruine kern.
Bij aardappelen komt de ziekte meestal pas in de tweede helft van het seizoen voor. Eerst verwelken de onderste bladeren, wat zich vervolgens uitbreidt naar hoger gelegen bladeren. Wanneer de stengel van een met Clavibacter geïnfecteerde aardappelplant net boven de grond wordt doorgesneden, is er witachtig slijm met bacteriën te zien. Verder is de ziekte moeilijk te onderscheiden van verwelking door andere ziekteverwekkers.
Op aardappelknollen is er eerst verkleuring van het vaatweefsel te zien, vooral bij het doorsnijden van de knollen. Deze verkleuring is rond, vandaar de naam ringrot.
Schadebeelden
Preventie van bacterieverwelkingsziekte bij tomaat
- Gebruik schoon uitgangsmateriaal:
- Gebruik alleen getest en gedesinfecteerd zaad
- Gebruik alleen getest en gecertificeerd pootgoed
- Neem in bedekte teelten strenge hygiënische maatregelen: verwijder besmette planten in gesloten plastic zakken, vernietig gewasresten, draag beschermende kleding en handschoenen, ontsmet gereedschappen en kasconstructie
- Pas bij veldgewassen een teeltwisseling toe van ten minste twee jaar en wissel af met een niet-waardplant
- Ploeg diep om de afbraak van gewasresten te bevorderen
Voorkom plantenziekten door te zorgen voor een optimale groei, ontwikkeling en weerbaarheid van het gewas.