Algemeen
De schimmelziekte echte meeldauw wordt veroorzaakt door veel verschillende soorten schimmels, zoals Erysiphe, Podosphaera, Oïdium, Leveillula.
Levenscyclus en uiterlijk van echte meeldauw
De schimmels die echte meeldauw veroorzaken (Erysiphe, Podosphaera, Oïdium, Leveillula) zijn biotroof, wat betekent dat ze zich voeden met levende plantencellen en nagenoeg niet overleven in de afwezigheid van een levend gewas. Ze overleven in de vorm van ascosporen of perithecia (structuren met daarin ascosporen). Nog niet van alle soorten echte meeldauw zijn er ascosporen gevonden, en vooral in bedekte teelten spelen ze geen rol bij de ziekteontwikkeling.
De schimmelsporen ontkiemen op het bladoppervlak en de kiembuizen groeien en vertakken zich op het bladoppervlak. De schimmel produceert kleine structuren, de haustoria, waarmee hij de plantencel binnendringt en voedingsstoffen uit de epidermislaag van plantencellen opneemt. Het grootste deel van de schimmel blijft aan de buitenkant van de plant. Op het mycelium op het oppervlak van de plant worden nieuwe conidiëndragers gevormd, structuren die nieuwe sporen bevatten, de conidiën. Deze conidiëndragers vormen de pluizige schimmelgroei die zo kenmerkend is voor echte meeldauw. Alleen bij paprika vindt de infectie (door Leveillula taurica) plaats via de huidmondjes en groeit de schimmel binnen in het blad. Later steken de conidiëndragers in dit geval ook uit de huidmondjes.
Conidiën zijn de belangrijkste manier van verspreiding. Ze worden verspreid op de wind, net zoals de ascosporen. Over het algemeen is echte meeldauw niet erg goed bestand tegen water, waardoor regen de ziekteontwikkeling vaak beperkt. Daardoor is sporenverspreiding door regen verwaarloosbaar, aangezien sporen openbarsten wanneer ze langer dan een paar uur in contact staan met water.
Sporen van echte meeldauw, zowel de ascosporen als de conidiën, hebben geen voedingsstoffen of water nodig om te ontkiemen. Over het algemeen verloopt de ziekteontwikkeling het snelst bij 18-25°C. Een hoge relatieve luchtvochtigheid bevordert de ontkieming van sporen, maar remt de sporenproductie. Zodoende is het netto-effect van de relatieve luchtvochtigheid zeer klein. Luchtstromen in de kas bevorderen verspreiding van de ziekte. Bij bedekte teelten verspreiden de sporen zich met name over korte afstanden (beperkte tijd); meestal via de kleding van het personeel.
Schadebeelden
De verschijnselen van echte meeldauw lijken vrij veel op elkaar bij alle combinaties van plant en ziekteverwekker. Het gaat om witte pluizige kolonies, allereerst aan de bovenkant van het blad. Bij ernstige aantasting van granen kunnen ook de aren besmet raken.
In paprika komen de pluizige kolonies meestal voor aan de onderkant van het blad. De schimmel infecteert de plant namelijk door binnen te dringen via de huidmondjes, en er bevinden zich meer huidmondjes aan de onderkant van het blad. Aan de bovenkant zijn gele vlekken te zien. Bij een ernstige aantasting verschijnen de pluizige kolonies ook aan de bovenkant van de bladeren. Veel paprikarassen reageren op meeldauw door bladeren te laten vallen die nog niet geïnfecteerd zijn. Hoe snel na de infectie dit gebeurt, hangt af van het ras.
In appel, peer, buiten geteelde rozen en andere Rosaceae is de schimmel die echte meeldauw veroorzaakt extreem gevoelig voor water en ‘verstopt’ hij zich aan de onderkant van de bladeren. Daarom komen de kolonies in deze gewassen meestal aan de onderkant van de bladeren voor. Bij rozen in bedekte teelt verschijnen de kolonies eerst en vooral op de bovenzijde van de bladeren.
In de meeste gewassen worden de witte kolonies later bruin of grijs. Ernstig aangetaste bladeren kunnen geel worden, krullen op of vallen af.
Schadebeelden
Preventie van echte meeldauw
- Gebruik resistente rassen indien beschikbaar
- Bemesting met extra calcium en/of silicium versterkt de celwanden, zodat het lastiger is voor de schimmel om de bladeren binnen te dringen
- Ter vermindering van de kans op echte meeldauw in bedekte teelten wordt geadviseerd om in eerste instantie de kas te ventileren door alleen de lijzijde te openen. Let op: dit geldt niet voor andere ziekten, die geremd kunnen worden door vermindering van de relatieve luchtvochtigheid
- Bij fruitbomen moet er al vroeg in het seizoen worden gesnoeid
- Geef niet te veel stikstof, aangezien dit de ziekte bevordert
Voorkom plantenziekten door te zorgen voor een optimale groei, ontwikkeling en weerbaarheid van het gewas.