Algemeen
Ralstonia solanacearum is een plantpathogene bacterie. Het is een bodemziekte die het xyleem koloniseert, waardoor bacterierot en bruinrot ontstaan. De bacterie kan zeer veel waardplanten aantasten.
Levenscyclus en uiterlijk van bacterieverwelking, bruinrot
In Europa is Ralstonia solanacearum een quarantaineorganisme en in de Verenigde Staten wordt deze bacterie beschouwd als bioterreur-organisme. Het is een veelvoorkomende bodembacterie in tropische en subtropische gebieden, die wordt geïntroduceerd met uitgangsmateriaal (pootaardappelen, stekken van siergewassen) uit warmere gebieden. Er worden verschillende varianten (‘races’) onderscheiden, waarvan de waardplantenreeks verschillend is, maar wel overlap vertoont. Race 3 tast nagenoeg alleen aardappel en tomaat aan. De optimale temperatuur voor de andere races is 35-37°C, maar voor race 3 bedraagt het optimum 27°C. Daardoor levert deze variant meer gevaar op in gematigde gebieden. Hij overleeft goed in water en in veel verschillende bodemsoorten, en ook op andere waardplanten zoals onkruiden. Hij dringt de planten binnen via wonden of huidmondjes en breidt zich vervolgens uit naar de xyleemvaten. In aardappel wordt hij overgebracht via de knollen. De bacteriën verspreiden zich van de ene plant naar de andere door zich te verplaatsen van de wortels van geïnfecteerde planten naar naburige planten. De bacteriën kunnen ook met irrigatiewater worden verspreid.
De ziekte komt het vaakst voor bij een hoge bodemvochtigheid, bijv. in regenachtige periodes. Bij lage temperatuur kan de infectie latent aanwezig blijven totdat de omstandigheden gunstiger worden. Dit maakt het moeilijker om besmette akkers te herkennen.
Schadebeelden
Op aardappelakkers veroorzaakt Ralstonia solanacearum verwelking en vergeling van bladeren en groeiachterstand van het gewas. Binnen in de plant is vaak bruinkleuring van de vaten te zien, met bacterieslijm dat uit het snijvlak sijpelt. Jonge planten die zijn geïnfecteerd via besmet pootgoed verwelken snel en vallen om. De bladeren blijven groen na het verwelken, totdat ze volledig uitgedroogd zijn. Geïnfecteerde stengels vertonen lange, donkerbruine strepen. Het vaatweefsel in de knollen wordt grijsbruin, evenals de ogen van de knollen. Deze ziekte is te onderscheiden van Clavibacter door het bacterieslijm dat vrijkomt uit de wonden en dat niet wordt aangetroffen bij planten die zijn geïnfecteerd door Clavibacter.
Bij tomaat worden de jongste bladeren het eerst aangetast. Overdag vertonen geïnfecteerde bladeren tekenen van verwelking, wat in het beginstadium van de infectie nog kan verdwijnen. Onder gunstige omstandigheden voor de bacteriën zal de plant snel na het optreden van de eerste symptomen geheel verwelken. Wanneer de omstandigheden minder gunstig zijn voor de ontwikkeling van de ziekte, kunnen de planten een groeiachterstand hebben en kunnen er veel bijwortels op de stengel verschijnen. Het vaatweefsel in de stengel is bruin en bij het doorsnijden van de stengel sijpelt er bacterieslijm uit de wond. Hieraan is de ziekte te onderscheiden van verwelking door Verticillium of Fusarium.
Schadebeelden
Preventie van bacterieverwelking, bruinrot
- Gebruik ziektevrij uitgangsmateriaal (zaad, stekken, knollen)
- Ontsmet messen en gereedschappen
- Bestrijd wortelknobbelaaltjes, aangezien de bacteriën de wortels van het gewas gemakkelijker kunnen infecteren via de wonden die de aaltjes maken
- Gebruik geen gesneden pootgoed voor de vermeerdering van aardappels, aangezien de ziekte tot 250% vaker voorkomt bij het doorsnijden van knollen
- Er zijn quarantainemaatregelen van kracht, waaronder een verbod op aardappelteelt op een akker gedurende vijf jaar nadat daar een besmetting met de bacterie is aangetroffen
Voorkom plantenziekten door te zorgen voor een optimale groei, ontwikkeling en weerbaarheid van het gewas.