Wat is de aardappelziekte (Phytophthora)?
De aardappelziekte (Phytophthora infestans f.sp. infestans) tast ook tomaat aan en wordt dan tomatenziekte genoemd.
Levenscyclus en uiterlijk van de aardappelziekte
Phytophthora-soorten zijn zeer destructieve organismen die tot de Oömyceten behoren en daarom strikt genomen geen schimmels zijn. Ze gedijen bij bodemtemperaturen tussen 15 en 23°C, en bij een hoger bodemvochtgehalte dan optimaal voor de gewasgroei.
Phytophthora overwintert in wortels, besmette knollen en bollen of in de bodem, in verschillende stadia: in de vorm van oösporen (geslachtelijke overwinteringssporen), sporangia (speciale structuren die rechtstreeks kunnen ontkiemen of zwermsporen produceren), chlamydosporen (dikwandige myceliumcellen die bestand zijn tegen uitdroging) of mycelium. Zwermsporen worden gevormd uit de overwinteringsstructuren die de waardplant besmetten. Zwermsporen zijn sporen met zweepharen, waarmee ze zich kunnen voortbewegen in water. De infectie breidt zich meestal uit vanaf de wortel naar de plantvoet, maar ook een rechtstreekse infectie van de plantvoet komt voor. Groeiende wortelpunten scheiden stoffen (exudaten) uit waardoor de zwermsporen worden aangetrokken en hun ontkieming wordt gestimuleerd. De ziekteverwekker groeit de stengel in, en op het oppervlak van de plant ontstaan nieuwe sporangioforen (vruchtlichamen met sporangia, een bepaald type sporen), die door de huidmondjes naar buiten steken. Secundaire besmetting vindt plaats door ontkiemende sporangia of door in de sporangia geproduceerde zwermsporen. Voor ontkieming op bovengrondse plantendelen moet het blad nat zijn.
Phytophthora verspreidt zich via de wind en regen, zodat de ziekteverwekker vanaf geïnfecteerde planten weer in de bodem terechtkomt. Verspreiding in de bodem gebeurt via water, waarin de zwermsporen zich gemakkelijk voortbewegen. Dit verklaart waarom de ziekte zich sneller verspreidt wanneer het vochtgehalte van de bodem of het substraat hoger is dan het normale of optimale gehalte voor de groei van gewassen.
Schadebeelden
Phytophthora veroorzaakt wortelrot, wegvallen van kiemplanten en rot van stengels, bollen, knollen, bladeren en vruchten.
Aardappelziekte (Phytophthora infestans f.sp. infestans) vormt op de bladeren natte plekken met vage grenzen en witte, pluizige schimmelgroei. Het midden is grijsbruin en de rand is lichtgroen. Op de stengel verschijnen langwerpige bruine plekken, die de stengel meestal omringen. Op aardappelknollen verschijnen blauwe plekken die door de schil heen te zien zijn.
Tijdens de Ierse hongersnood in de jaren veertig van de negentiende eeuw verhongerden vele Ieren door deze ziekte, die ook flink huishield op aardappelakkers in de rest van Europa.
Schadebeelden
Aardappelziekte bij gewassen voorkomen
- Pas hygiënische maatregelen toe, bijv. reiniging van machines en gereedschap, vernietiging van afvalhopen en verwijdering van achtergebleven wortels en geïnfecteerde bladeren
- Kies voor resistente of minder vatbare rassen indien beschikbaar
- Geef niet te veel water en wees voorzichtig met watergift van bovenaf, aangezien de ziekte wordt bevorderd door een hoog vochtgehalte van de bodem en door opspattend water. Zorg voor luchtcirculatie om een snelle droging en wondgenezing te bevorderen
- Ontsmet recirculerende voedingsoplossingen
Voorkom plantenziekten door te zorgen voor een optimale groei, ontwikkeling en weerbaarheid van het gewas.