Wat is trips?
Diverse tripssoorten vormen een groot probleem in de glastuinbouw. Californische trips (Frankliniella occidentalis) is de soort die de meeste schade veroorzaakt. Tripsen vormen de orde Thysanoptera. Thysanoptera betekent letterlijk ‘franjevleugels’. Deze naam hebben ze te danken aan de wimpervormige haarzoom aan beide randen van hun vleugels. Er zijn meer dan 6.000 soorten bekend. De meeste zijn onschuldig, sommige zijn predatoren en minder dan 20 soorten kunnen problemen veroorzaken in de land- en tuinbouw. Tripsen zijn kleine insecten (0,5-14 mm). De grootste soorten komen in de tropen voor. In gematigde gebieden worden ze niet groter dan 2,5 mm. De tripssoorten die schade veroorzaken in tuinbouwgewassen behoren allemaal tot de familie Thripidae.
Levenscyclus van trips
Een trips doorloopt zes stadia, namelijk een eistadium, twee larvenstadia, een voorpop- en een popstadium en ten slotte het volwassen stadium. De eieren zijn niervormig met een witte of gele schaal. Als een vrouwtje een ei legt, maakt ze hiervoor eerst een opening in het plantweefsel. De eieren worden gelegd in bladeren, bloemblaadjes en zachte stengeldelen. Bij paprikabladeren zijn de eilegplaatsen na enige tijd te herkennen als wratachtige vergroeiingen. Bij de meeste andere gewassen zijn de eilegplaatsen niet als zodanig herkenbaar.
Ze voeden zich met alle bovengrondse delen van de plant en zijn tamelijk beweeglijk. Direct na het uitkomen van de eieren beginnen de larven plantweefsel te eten aan de onderkant van het blad. De larven zijn kleiner dan de adulten en hebben geen vleugels.
Afhankelijk van de soort, verpopt trips zich op de plant of in de grond. De voorpop- en popstadia zijn te herkennen aan de vleugelaanleg. De pop is langer dan de voorpop, met een verder ontwikkelde vleugelaanleg en langere antennen, die naar achteren gebogen zijn over de kop. De voorpoppen en poppen eten niet en ze bewegen alleen als ze worden verstoord. Bij adulten zijn de twee paar vleugels volledig ontwikkeld. Alleen in dit stadium is determinatie van tripsen mogelijk. De verschillende soorten worden onderscheiden naar hun vorm, kleur en beharingspatroon.
Trips herkennen
Volwassen trips is te herkennen aan de volgende kenmerken:
- Grootte en vorm: Tripsen zijn kleine, slanke insecten die meestal minder dan 2 mm lang zijn. Ze hebben een kenmerkende langwerpige vorm, met lange, smalle vleugels die omzoomd zijn met fijne haartjes.
- Kleur: Trips kan verschillende kleuren hebben, afhankelijk van de soort. De meeste zijn bruin of zwart. Sommige soorten hebben opvallende markeringen of strepen op hun lichaam of vleugels.
- Voortbeweging: Tripsen zijn sterke vliegers en kunnen zich snel verplaatsen tussen planten. Ze zitten vaak aan de onderkant van bladeren, waar ze zich voeden met plantensap.
- Schade: Trips kan schade veroorzaken aan bladeren, bloemen en vruchten door zich te voeden met plantenweefsel. Dit kan leiden tot vervormde groei, verkleuring of littekens. Ze kunnen ook plantenvirussen overbrengen.
Tripslarven herkennen
Tripslarven zijn meestal bleek of transparant van kleur en hebben een vergelijkbare vorm als de volwassenen, maar zijn kleiner en hebben geen vleugels. Eén kenmerkende eigenschap van de aanwezigheid van tripslarven zijn hun karakteristieke uitwerpselen. Dit ziet eruit als kleine zwarte of witte vlekjes op het oppervlak van bladeren of bloemen en kunnen soms worden verward met schimmelsporen of andere soorten afval.
Schade door trips
Een trips veroorzaakt schade aan de plant door cellen van het oppervlakteweefsel aan te prikken en leeg te zuigen. Het weefsel rondom deze voedingsplaatsen sterft vervolgens af. Hierdoor ontstaan zilvergrijze vlekken op de bladeren, en de zwarte puntjes van de uitwerpselen zijn een aanwijzing voor de aanwezigheid van trips in het gewas. In een later stadium verdrogen de leeggezogen cellen en worden de aangrenzende cellen bruin. De groeikracht van de plant vermindert ook door verlies van bladgroen. Bij een ernstige aantasting kunnen de bladeren verdrogen. Afhankelijk van de tripssoort en de populatiedichtheid kan er ook meer of minder schade aan de vruchten optreden. In siergewassen kunnen de bloemen ernstige schade oplopen, terwijl ook vaak bladbeschadiging en -misvorming optreden. Daarnaast zijn tripsen verantwoordelijk voor het overdragen van virussen. Het bekendste daarvan is het tomatenbronsvlekkenvirus (Tomato Spotted Wilt Virus (TSWV)) dat voornamelijk wordt overgebracht door F. occidentalis.
Schade door trips
Trips voorkomen
Het voorkomen van een tripsaantasting in je kasgewas bestaat uit verschillende strategieën. Ten eerste is het belangrijk om de planten gezond te houden door regelmatig te irrigeren en te bemesten, omdat gestreste planten vatbaarder zijn voor tripsplagen. Daarnaast is het belangrijk om ervoor te zorgen dat trips uw kas niet kan binnendringen door hygiënische maatregelen te nemen, zoals het regelmatig reinigen en desinfecteren van kasoppervlakken en apparatuur.
Het is ook belangrijk om je gewas regelmatig te controleren op tekenen van trips, zodat je een plaag vroeg kunt ontdekken en actie kunt ondernemen. Dit kun je doen door gebruik te maken van Horiver vangplaten, die aantrekkelijk zijn voor trips en kunnen helpen om ze te vangen voordat ze schade kunnen aanrichten. Lurem-TR is een lokstof die kan helpen nog meer trips te vangen op Horiver vangkaarten. Je kunt de planten ook visueel controleren op tekenen van trips, zoals vervormde bladeren of zilverachtige vlekjes.
Tot slot kan het inzetten van biologische bestrijders zoals roofmijten een effectieve preventieve maatregel zijn, omdat deze natuurlijke vijanden kunnen helpen de populatie trips onder controle te houden. Roofmijten in zakjes kunnen een goede preventieve maatregel zijn, omdat de zakjes een continue aanvoer van roofmijten mogelijk maken, zelfs voordat de plaag aanwezig is.
Video’s over de bestrijding van trips
Bekijk de video of ga naar ons YouTube-kanaal om onze bestrijdingsproducten voor trips in actie te zien.