Wat is kaswittevlieg?
De kaswittevlieg (Trialeurodes vaporariorum) is één van de belangrijkste plagen in vele siergewassen en groenten in kassen over de hele wereld. De kaswittevlieg komt van oorsprong uit tropisch of subtropisch Amerika, waarschijnlijk Brazilië of Mexico. Er zijn enkele honderden plantensoorten uit vele verschillende families bekend als waardplant van deze witte vlieg. Witte vlieg komt voor op vele gewassen, waaronder aubergine, boon, komkommer, paprika, tomaat, roos, gerbera en poinsettia.
Levenscyclus en uiterlijk van de kaswittevlieg
De kaswittevlieg (Trialeurodes vaporariorum) doorloopt zes ontwikkelingsstadia, namelijk een eistadium, vier larvenstadia (waarvan het laatste vaak ‘pop’ wordt genoemd, alhoewel dat strikt genomen niet klopt) en het volwassen insect. De larven zitten aan de onderkant van jonge bladeren en zijn ovaal van vorm. Larven in het eerste stadium (‘crawlers’) kunnen zich verplaatsen. Vanaf het tweede larvenstadium zitten de larven vast op het blad. Het vierde larvenstadium ontwikkelt zich tot een wit, ovaal doosje met een krans van opzij uitstaande wasdraden. Dit wordt het popstadium genoemd en deze poppen zitten op de oudste bladeren.
De adult kruipt uit de pop via een T-vormige breuklijn. De volwassen witte vliegen zitten vaak bovenin de hele plant en aan de onderkant van jonge bladeren, waar ze hun eieren leggen. Als een aangetaste plant wordt geschud, vliegen de adulten eerst op om vervolgens terug te keren naar de onderkant van de bladeren. De volwassen kaswittevlieg (Trialeurodes vaporariorum) heeft goed ontwikkelde stekend-zuigende monddelen en begint na het uitkomen al snel met het zuigen van plantensappen. Het insect is bedekt met een dun laagje witte wasachtige substantie.
Schade door kaswittevlieg
De larven hebben veel eiwit nodig voor hun groei. Daarom zuigen ze grote hoeveelheden plantensap op. Dit sap bevat naast eiwit veel suikers en het overschot daarvan wordt weer uitgescheiden als honingdauw. Vooral de grotere larven scheiden veel honingdauw uit. De schade die witte vlieg veroorzaakt aan een gewas is een gevolg van het zuigen aan de bladeren en het afscheiden van honingdauw. Dit kan de volgende effecten op het gewas hebben:
- Als de populatie zeer groot is, kunnen door het zuigen de fysiologische processen van de plant worden beïnvloed, waardoor groeivermindering kan optreden. Bij fel zonlicht kunnen de bladeren afvallen en verwelken. Door deze bladschade kan de ontwikkeling van de vruchten worden beïnvloed waardoor oogstvermindering optreedt.
- De honingdauw die op de vruchten terechtkomt, maakt ze erg kleverig (‘vet’). Hierdoor worden ze vuil en daarnaast kunnen er roetdauwschimmels op groeien (Cladosporium spp.), waardoor ze onverkoopbaar worden. In zeer ernstige gevallen gaan de vruchten rotten. Ook op de bladeren ontwikkelt zich roetdauw. Hierdoor verminderen de fotosynthese en de verdamping.
- Bemisia is berucht vanwege de overdracht van virussen, waaronder TYLCV in tomaat.
- Door plantensap te zuigen en honingdauw af te scheiden, verminderen witte vliegen de esthetische waarde van het gewas. Dit is met name van belang in de sierteelt.