Dagelijks maken we vele keuzes, zowel privé als zakelijk. Ook voor de nieuw op te zetten paprikateelt staan we voor de keuze met welke roofmijt we aan de slag gaan. Komend seizoen kunnen we kiezen uit vier verschillende roofmijten. Te weten: Neoseiulus cucumeris, Amblyseius swirskii, Amblydromalus limonicus en Transeius montdorensis.
De plussen en minnen
Neoseiulus cucumeris (voorheen bekend als Amblyseius cucumeris)
Cucumeris is een roofmijt die zijn sporen verdiend heeft in de paprikateelt. In de jaren tachtig heeft de roofmijt cucumeris in de paprikateelt zijn opkomst gedaan. Eerst als strooikoker en later ook beschikbaar als kweekzakje. Samen met de roofwants Orius heeft dat er toe geleid dat het toenmalige tripsprobleem en de verspreiding van het bronsbladvlekkenvirus goed controleerbaar werd. Jaren lang hebben we met Neoseiulus cucumeris een uitstekende basis gelegd voor tripsbestrijding. Cucumeris predeert ook spint en witte vlieg, maar kan beide plagen niet afdoende bestrijden in de praktijk.
Amblyseius swirskii
In 2005 kwam de roofmijt Amblyseius swirskii op de markt. Uniek aan deze roofmijt is dat hij naast trips ook beide wittevliegsoorten (kaswittevlieg Trialeurodes vaporariorum en de tabakswittevlieg Bemisia tabaci) effectief weet te bestrijden. Mits met voldoende aantallen ingezet is deze roofmijt een uitstekende bestrijder van bovengenoemde plagen. Een verschil tussen cucumeris en swirskii is de verdeling in de plant. Bij hogere temperaturen gaat cucumeris namelijk lager de plant in en blijft swirskii bijzonder actief in met name de kop van de plant.
Amblydromalus limonicus
Limonicus is een roofmijt die zowel trips als de beide wittevliegsoorten goed bestrijdt. In meerdere vergelijkingsproeven is aangetoond dat A. limonicus de beste bestrijding van Echinotrips geeft. Echter moet er wel bij vermeld worden dat het niet lukt Echinotrips geheel of langdurig met alleen deze roofmijt te bestrijden. Helaas is deze roofmijtsoort nog niet leverbaar in kweekzakjes. Verder onderzoek zal dus nog uitgevoerd moeten worden.
Transeius montdorensis
Wat gaat er met montdorensis gebeuren en is zijn stormachtige ontwikkeling een pluspunt? Montdorensis is circa drie jaar als roofmijt beschikbaar op de markt. Ook deze roofmijt maakt korte metten met zowel trips als de beide wittevliegsoorten. Eén van de geconstateerde verschillen afgelopen jaren t.o.v. o.a. swirskii is een wat trage opbouw. Eenmaal gevestigd in het gewas ontwikkelt de roofmijt zich ‘stormachtig’. Naast trips en witte vlieg lijkt deze roofmijt door zijn grote aantallen ook een rol te spelen in de spintbestrijding. Echter in de tragere opbouw zit nu juist het ‘risico’: er zijn namelijk verschillende voorbeelden waar telers te maken kregen met een opbouwende wittevliegpopulatie (Bemisia) in het begin van de teelt.
Ons advies
Of anders gezegd wat is de juiste keuze. Het advies van Koppert ligt nog steeds bij de roofmijt Amblyseius swirskii. Swirskii heeft zijn sporen met name op de wittevliegsoort Bemisia uitstekend verdiend. Op dit moment zit er door heel Nederland Bemisia. Dit komt mede door het mooie weer wat we gehad hebben in de maand september. Dit betekent dus dat er een grote kans is dat we direct na het planten te maken krijgen met Bemisia.
Verder vergelijkingsonderzoek tussen de bovengenoemde roofmijten zal ons leren met welke roofmijt we de meeste kans maken op boven genoemde plagen.