Categorie: Artikel
Publicatiedatum: april 04, 2016

Wolluis in gewas rozen onder controle met Cryptobug-L

Marijke Sleeckx van Power Roses: “Plaaginsecten ontwikkelen steeds sneller resistenties. Wij beschermen ons gewas daarom zoveel mogelijk met de bestrijders van Koppert.”

Vorig jaar kreeg Power Roses in Kalmthout te maken met een ernstige uitbraak van de wolluis. Met Cryptobug-L, de larven van de roofkever Cryptolaemus montrouzieri, kreeg de onderneming de plaag weer onder controle.

Aan het Kruisbos in Kalmthout heeft Jan Philippo een drie hectare groot rozenbedrijf. Hij teelt de roze cultivars Aqua! en Heaven!, elk in een kas van 1,5 hectare. Het product gaat onder MPS-A via de vestiging Rijnsburg van Flora Holland de internationale markt op. Marijke Sleeckx is als leidinggevende onder meer verantwoordelijk voor de gewasbescherming. “Het gebruik van chemische middelen vermijden wij zo veel mogelijk”, vertelt zij. “Plaaginsecten ontwikkelen sneller resistenties dan de fabrikanten met nieuwe middelen kunnen komen.”

Geschikt voor haardbestrijding

Vandaar dat Power Roses spint, trips en witte vlieg met de bestrijders van Koppert aanpakt. Vorig jaar ging het bedrijf ook aan de slag met Cryptobug-L. In de twee kassen ontwikkelde de wolluis zich vroeg in het jaar plotseling erg snel. Bij de eerste, ernstige haarden werden de aangetaste planten geruimd, maar dat bracht de plaag niet onder controle. Ook behandelingen van het gewas met een uitvloeier en met Teppeki boden geen oplossing, de wolluis is immers moeilijk te raken. Samen met consultant Bart Sels van Koppert België besloot Marijke Cryptobug-L in te gaan zetten, de larven van de roofkever Cryptolaemus montrouzieri. Zij zijn minder mobiel dan de volwassen exemplaren en daardoor zeer geschikt om haarden te bestrijden.

Probleem onder controle

“In het begin was moeilijk te zien of de bestrijder aansloeg”, aldus Marijke. “De kastemperaturen waren nog aan de lage kant, en de populatie ontwikkelt zich dan automatisch minder snel; je hebt een kastemperatuur van al gauw 22 of 23 graden nodig. Volwassen exemplaren zagen we dus niet snel. Toch groeide de populatie blijkbaar enorm waardoor het mogelijk was om soms een tak met larven over te brengen naar een andere haard. Later in de zomer zagen we gelukkig ook adulten van de roofkever terug.” De larven en de adulten doen goed werk, stelt Marijke. In het gewas Heaven! is het probleem nu helemaal onder controle. In Aqua! is het resultaat nog niet maximaal. Voor het verschil in succes heeft Marijke verklaringen. “Wij telen Aqua! in een kas waarin het klimaat afwijkt van dat in de kas met Heaven!. Dat klimaat kan een rol spelen in de populatie-ontwikkeling van Cryptobug-L. Ook is het gewas van Heaven! sterker ontwikkeld; de biologie kan zich daarin beter opbouwen, de roofkevers kunnen zich makkelijker ontwikkelen.”

Tevreden over bestrijdend effect

Power Roses is tevreden over het bestrijdend effect van Cryptobug-L. Wekelijks zet Marijke Sleeckx op haarden van de wolluis nu drie flessen Cryptobug-L in. “Dat zorgt ervoor dat de haarden worden opgeruimd. Daarna kunnen de larven van Cryptobug een populatie opbouwen, waardoor de adulten dan zelf op zoek kunnen naar haarden.”

Wat doet Chrysoperla carnea met de wolluis?

In de winter, als er geen prooi is, valt de populatie van Cryptobug-L weg. Als dan wolluis uitbreekt, moet eerst een populatie met de larven van Cryptobug worden opgebouwd en kan de teler op achterstand komen te staan. Daarom werkt Power Roses mee aan een onderzoek van Koppert Nederland en België naar een alternatieve aanpak. Het onderzoek vergelijkt drie mogelijkheden met elkaar:

  1. de effectiviteit van uitsluitend Cryptobug-L;
  2. de effectiviteit van de gaasvlieg Chrysoperla carnea (handelsnaam Chrysopa);
  3. de effectiviteit van Cryptobug-L en Chrysoperla gezamenlijk.

Voorlopig lijkt het erop dat de gaasvlieg in de wintermaanden een meerwaarde kan hebben. Van de resultaten van dit onderzoek, dat ook op andere bedrijven plaatsvindt, houden wij u op de hoogte.