Categorie: Artikel
Publicatiedatum: april 04, 2016

Succesvol OVATA stapt in één keer over op de biologie

“De ecoteelt gaat heel sterk groeien. Wij spelen daar graag op in”, zegt Hans Ammerlaan van suc culentenproducent Ovata.

Als tienjarig jongetje veilde hij al zijn eerste partijtjes succul enten aan de veiling in Berkel en Rodenrijs en verkocht hij vetplantjes aan de deuren. Nu staat Hans Ammerlaan aan het hoofd van OVATA. In 2014 en 2015 stapte deze onderneming in één keer over van een chemische naar een bijna honderd procent biologische gewasbescherming. Het werd een succes, maar de ambities reiken verder: “Over enkele jaren willen wij volledig ecologisch telen en de producten onder het SKAL-label afzetten.”

Wie een tray met producten van OVATA wil bekijken, moet even de tijd nemen. Zo’n tray toont als een prijzenkast. Het gebruikte karton is FSC-gecertificeerd, de onderneming gebruikt geen aardgas (Zero gas), de potten zijn van 100 procent gerecycled materiaal en het water en de gebruikte meststoffen worden volledig gerecirculeerd. Ovata gebruikt geen herbiciden (Zero weed pesticides), stoot geen CO2 uit (Zero CO2) en gebruikt geen neonicotinoïden (Zero neonicotinoïde). De onderneming werkt met biologische gewasbescherming (Bio treatment), heeft de labels MPS-A, MPS-GAP, MPS-SQ (Social Quality) en Fair Flowers/Fair Plants. En bijna overbodig vermeldt de tray ook nog dat de producten van Ovata milieuvriendelijk zijn voortgebracht. Wat zou de afnemer nog meer kunnen wensen?

De hogere marktsegmenten

Aan de Hoefweg in Bleiswijk teelt Ovata op 7,2 hectare en met bijna dertig vaste medewerkers een vijftigtal succulenten. Via de aanbodsbanken PlantConnect en FloraXchange van Flora Holland en exporteurs vinden deze een weg naar bloemisten/winkeliers, tuincentra, cash & carries en retailketens in heel Europa. Elke week verlaten zo’n honderdduizend plantjes het bedrijf. OVATA voedt de commerciële databases van de marktpartijen dagelijks met het actuele aanbod. Met prijzen die een jaar gelden en een product met veel kwaliteit bedient het bedrijf vooral de hogere marktsegmenten. “Het zwaartepunt van onze afzet is Scandinavië”, vertelt eigenaar Hans Ammerlaan. “Hoe dat zo komt? Het klimaat daar kent uitersten en de dagen kunnen zowel heel kort als heel lang zijn. Binnenshuis wordt er ‘s winters veel gestookt en is de lucht erg droog. Succulenten zijn gewend aan extremen en aan sterk wisselende omstandigheden. Ze zijn sterk en de Scandinavische consument heeft er eigenlijk geen omkijken naar.”

Alle kaarten op de biologie

Met gele en blauwe vangplaten houdt Ovata de plaagdruk nauwlett end in de gaten. Bestrijders worden heel gericht per gewas of per cultivar ingezet.

Ammerlaan besloot in 2014 te stoppen met chemische gewasbescherming. “Alles in de markt wijst erop dat de consument een steeds schoner product wil en daar ook naar gaat vragen”, legt hij uit. Hij nam Wim van der Meer van Horticoop en Alex van der Heiden van Koppert in de arm om een chemievrije teeltwijze te realiseren. Om de biologie een goede start te geven, maakte OVATA de kassen nog één maal met chemische middelen vrij van plagen. Meteen in het voorjaar van 2015 zette het bedrijf alle kaarten op de biologische gewasbescherming. Van het scouten maakten de teeltspecialisten Jan van Egmond en Tristen Groen erg veel werk. Gele en blauwe Horiver vangplaten plus de lokstof Lurem-TR maakten de plaagdruk inzichtelijk. “We hielden heel goed bij waar knelpunten zouden kunnen ontstaan”, zegt Hans. “Op gevoelige cultivars werd een dubbele dosis bestrijders ingezet, op ongevoelige cultivars de halve dosering. We hebben heel gericht per gewas of cultivar ingezet.”

Geen gebruik van chemie

Tegen trips en witte vlieg gebruikt het bedrijf in het zomerseizoen Amblyseius swirskii (Swirski-Mite), in de winter is dat Amblyseius limonicus (Limonica). Tegen de wolluis zet Ovata Cryptobug-L in. Voor de wortelwolluis is nog geen biologische bestrijder beschikbaar. Tegelijkertijd werkte OVATA met andere toeleveranciers aan perfectionering van het microklimaat. Met als gevolg dat Botrytis, Fusarium en Pythium minder problemen geven. Om de weerbaarheid van het gewas te verhogen, is enkele keren de biostimulant Fortafol toegepast. Het gewas is daardoor minder vatbaar voor Botrytis. Op deze wijze kwam de druk van ziekten en plagen onder controle. “Van onze 50 cultivars produceren wij er nu 48 zonder enig gebruik van chemie”, aldus Hans Ammerlaan. Een groot succes, en dat voor kosten die volgens Hans erg meevielen, maar de ambities reiken verder. Uiteindelijk wil OVATA de eindconsument succulenten aanbieden onder een voor die consument herkenbaar label. Dat zal SKAL moeten worden, het label voor de ecologische teelt. “Steeds meer consumenten gaan daarnaar vragen of betrekken het in hun aankoopbeslissing. Wij willen die consument gaan bedienen. De ecoteelt gaat heel sterk groeien”, voorspelt hij.

De beste adviezen

Met gebruik van een teeltkar die boven de gewassen hangt, houdt OVATA de vinger aan de pols van groei en kwaliteit. Op de foto teeltspecialist Jan van Egmond.

Over de biologische gewasbescherming is Ammerlaan zeer tevreden. “De plantjes hebben meer groeisnelheid, de gewassen staan er beter bij en de producten hebben zichtbaar méér kwaliteit.” Hij en zijn teeltmanagers hebben er veel tijd in gestoken om met de biologische gewasbescherming te leren werken. “Daarbij kregen we hele goede feedback van Wim van der Meer en Alex van der Heiden. Dat was belangrijk, want zonder goede partners en zonder de beste adviezen krijg je zo’n totale verandering in de gewasbescherming niet voor elkaar.”