Patrick de Craen (links) en adviseur Wim Voogt. Veel scouten en strenge hygiënemaatregelen maken verrassingen in de plaagdruk onmogelijk.
Wie een product met een gezondheidsclaim wil leveren, doet er uiteraard alles aan om het gebruik van chemie te vermijden. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Maar niets is onmogelijk. Ad Verhoeven bewijst het met zijn snackkomkommertjes. Met dit chemievrij geteelde product heeft hij de Nederlandse markt veroverd.
Tien jaar geleden ging Verhoeven van start met Quarto, een snackkomkommer waar hij marktpotentieel in zag. De kansen die hij toen zag, heeft hij ondertussen wel verzilverd. Met het gezonde tussendoortje heeft de Prinsenbeekse ondernemer in Nederland een groot marktaandeel opgebouwd. Veel Nederlandse supermarktketens, en een aantal over de grens, hebben zijn producten in hun schappen liggen. Bij de snackkomkommer past maar één manier van telen en dat is chemie- en dus residuvrij. “Dat moet gewoon”, zegt Ad, “een andere keuze heb en wil ik niet. Ik kan mijn klanten geen ander product aanbieden”. Hij en zijn bedrijfsleider Patrick de Craen krijgen het samen met adviseur Wim Voogt van Handelsonderneming Klep uit Etten-Leur voor elkaar. Maar hoe doen zij dat?
Dubbele aantallen bestrijders
Ad Verhoeven: “Wij kiezen voor een heel strikt gestuurde biologische gewasbescherming. Dat wil zeggen: veel scouten, op tijd inzetten, en véél inzetten, het moet bij ons echt van de preventie komen.” De gebruikte bestrijders zijn Swirski-Mite, Spical, Spidex, Aphidend en Aphipar-M. Samen moeten zij spint, witte vlieg en luizen onder de duim houden. Trips is nauwelijks een probleem op het vier hectare grote bedrijf, rupsen ook niet. Soms wordt een schadelijke wants aangetroffen, maar maatregelen worden niet genomen. Het zijn plaaginsecten die zich zelden en dan slechts kort laten zien. Kwekerij Verhoeven zet de bestrijders van spint, witte vlieg en luizen in dubbele aantallen van de geadviseerde hoeveelheid in. Verhoeven: “Als de plaagdruk het hoogst is, in de zomer, introduceren we de bestrijders eerst met een verblazer, daarna hangen we zakjes uit, daarna verblazen we nog minstens zes keer. Zo houden we altijd slagkracht in het gewas.” De werkwijze vraagt veel tijd; gemiddeld is één medewerker twee dagen per week bezig bestrijders te verblazen.
Strenge hygiëne
Het bedrijf past daarnaast strenge hygiënemaatregelen toe. Omdat Verhoeven vraaggestuurd produceert, zijn er elk jaar zo’n vijftien nieuwe plantingen. Dat maakt het mogelijk om heel precies de volumes te telen die de markt vraagt en overproductie te voorkomen. Maar bestrijders kunnen zo wel makkelijk van een oud op een nieuw gewas overlopen. Om bronnen van besmetting te elimineren, wordt gesneden blad steevast afgevoerd. Patrick de Craen: “Daarmee voeren we natuurlijk ook bestrijders af. Vandaar dat wij ervoor kiezen om er met het scouten bovenop te zitten en steeds maar weer nieuwe bestrijders in te zetten. De opbouw van de populaties moet doorgaan, de bestrijding moet doorgaan, er mag nooit een gat ontstaan.” Sinds het bedrijf geen chemische middelen meer gebruikt - ook niet tegen schimmels - heeft het gewas als habitat aan kwaliteit gewonnen. Het valt Patrick namelijk op dat de invlieg van natuurlijke vijanden sindsdien is toegenomen. “Dat is natuurlijk altijd meegenomen.”
Geduld en hoge aantallen
Samen met adviseur Wim Voogt houden Verhoeven en De Craen steeds de vinger aan de pols van de plaagdruk. Van de leverancier van de jonge planten wordt een gewas verwacht dat vrij is van plaaginsecten. Naast het intensieve scouten moeten gele Horiver vangplaten en Rollertraps plaaginsecten signaleren en wegvangen. En na augustus is het extra opletten, dan kan de invlieg van buiten sterk toenemen. Hygiëne en hoge aantallen zijn volgens Patrick de sleutelwoorden in de manier waarop Kwekerij Verhoeven de gewasbescherming aanpakt. “Met deze benadering realiseren wij een maximaal resultaat: geen gram chemie.“