Categorie: Artikel
Publicatiedatum: april 04, 2016

Voorman Tasty Tom: “Veel meer doen met succesverhaal Nederlandse glastuinbouw”

Ton Jansen: ''De Duitse consument is bereid meer te betalen voor een tomaat uit de regio.''

Hij maakte bijna eigenhandig een einde aan de Wasserbombe-affaire. Hij is nooit te beroerd om de sterke punten van de Nederlandse glastuinbouw aan onze oosterburen uit te leggen. Hij vertelt hen graag en met humor over het succes van de bestuiving met hommels en de biologische gewasbescherming. Maar Ton Janssen, grondlegger van all-time smaakkampioen Tasty Tom, legt zonodig ook de vinger op een zere plek.

Ton Janssen is teler in Venlo en lid van telersvereniging Tasty Tom, een groep telers met bij elkaar 62 hectare Campari, het ras achter Tasty Tom. Janssens bedrijf ligt op enkele honderden meters van de Duitse grens. Toeval, of niet? In ieder geval stak Ton Janssen twintig jaar geleden de grens met onze oosterburen over om op evenementen, voor de radio en op de televisie te gaan weerleggen dat de Nederlandse tomaat minder goed zou smaken dan Duitse, Franse of Spaanse tomaten. Zelf was hij zojuist begonnen met het merk Tasty Tom, een tomaat die juist uitblonk in smakelijkheid. Nu heeft de zes leden tellende vereniging verspreid over vier bedrijven 62 hectare van dit ras staan. De consument vindt ze in diverse supermarkten in Nederland en Duitsland. Die consument, of hij of zij nou Duits of Nederlands spreekt, pakt het product graag mee.

Het Nederlandse succes

In januari stond Ton Janssen voor de eenentwintigste keer op de Grüne Woche. Het tiendaagse mega-evenement in Berlijn trekt elk jaar steevast ruim 400.000 bezoekers. En weer vertelde de Limburgse teler het verhaal van de Nederlandse glastuinbouw, samen met onder meer Koppert Biological Systems. “Samen met de mensen en het promotiemateriaal van Koppert was het mogelijk het Nederlandse succesverhaal van de bestuiving met hommels en de biologische gewasbescherming aan de bezoekers uit te leggen. Elk jaar opnieuw reageren zij daar positief op.” Dat de bezoekers ook de Tasty Tom konden proeven, spreekt voor zich. Ondertussen gaven ook medewerkers van Koppert vanuit hun invalshoek lezingen over biologische gewasbescherming en bestuiving.

Goed, minder, matig

Hoe is het nu gesteld met het imago van de Nederlandse tomaat in Duitsland? “Goed”, antwoordt Ton Janssen, “over de waterbommen hoor je niemand meer. Die tijd is voorbij.” Betekent dit ook dat de Duitsers de Nederlandse tomaten altijd smakelijk vinden? Zo is het niet. Bedachtzaam formulerend: “De consument in Duitsland kan uit wel vijftien Nederlandse smaaktomaten kiezen. Zij smaken van heel goed, tot goed, tot minder, tot soms matig.”

Tot vijftig cent meer per kilo

De ere-ambassadeur van de vaderlandse tomatenteelt – de telers kenden hem dat predikaat toe – begrijpt dat de Nederlandse telers hun hoge kostprijs moeten goedmaken. Hij wil ze ook niet afvallen. Maar dat de kilogrammen áltijd boven de smaak moeten gaan, is voor hem daarom nog niet logisch. “Er zijn al zoveel grove trostomaten, die moeten zich sterker gaan onderscheiden van elkaar. Door de hoge kostprijs moeten juist de Nederlandse telers het van toegevoegde waarde hebben. Dat is de natuurlijke teeltwijze, waarin zij een voorsprong hebben op veel andere landen, en de enorme variatie aan verschillende tomaten.” Hij wijst graag naar de Duitse telers, die meer werk maken van de smaak van hun product, en al even ver zijn met de natuurlijke teeltwijze. “Per kilogram vangen zij 25 tot 50 cent méér voor huntomaten. Kijk, dat zegt genoeg. De Duitse consument wil ze hebben en is bereid er meer voor te betalen.”

Veel meer marktpotentie

Heel veel Duitse consumenten kregen op de Grüne Woche van Ton Janssen en Koppert het succesverhaal van de bestuiving en de biologische gewasbescherming te horen.

Zijn recept voor de Nederlandse telers? “Ga meer met de gebruiksmogelijkheden van elke tomaat doen en ga het verhaal vertellen. Maak het product herkenbaar en zorg voor een onderscheid op de afzetmarkten.” Aan Ton Janssen zal het niet liggen. Ook volgend jaar zal hij weer samen met bedrijven als Koppert op de Grüne Woche de Nederlandse tomaat promoten. “Het is nu eenmaal een topproduct, maar met veel meer marktpotentie dan de Nederlandse telers nu verzilveren.”