De behandeling met NatuGro zorgt op Kwekerij Osdorp voor een beter ontwikkeld wortelgestel. Maar ook groeit het gewas beter en blijft het langer vitaal, terwijl de productie is gestegen.
Met drie hectare aubergines, tomaten en potplanten is Kwekerij Osdorp niet het grootste productiebedrijf in de glastuinbouw. Maar wat er van het bedrijf komt, kan de toets der kritiek moeiteloos doorstaan. Een maximaal biologische teelt en een uitgekiend gebruik van het NatuGro-systeem passen uitstekend in de werkwijze van directeur Jeroen Rijpkema.
Gedrevenheid kan Jeroen Rijpkema bepaald niet worden ontzegd. In 2009 ging hij, aan de rand van Amsterdam, van start met Kwekerij Osdorp en zijn doelstellingen waren tweezijdig. Enerzijds wilde hij een commercieel en renderend tuinbouwbedrijf opzetten. Anderzijds was het zijn wens om een dagbesteding te bieden aan de groep mensen uit Amsterdam die, om wat voor reden ook, niet goed in de maatschappij kan meekomen. "De sociale werkvoorziening van vroeger is grotendeels wegbezuinigd", legt hij uit. "Dat is jammer, want er zijn veel mensen die sociaal in de knel zitten en voor wie een gewone werkkring te hoog is gegrepen. Hen wilde ik een alternatieve werkkring bieden." Beide doelstellingen zijn bereikt. Om met de tweede te beginnen: elke dag hebben Jeroen en zijn veertien medewerkers ongeveer honderd cliënten op het bedrijf, die op vrijwillige basis komen werken. Het vereist veel tijd, organisatie en een hechte samenwerking met instanties zoals sociale diensten en GGZ-instellingen. "Maar het loont zeker de moeite. Bijna altijd vinden de meeste cliënten op ons bedrijf een zingevende besteding van hun tijd. Voor hen is dat in allerlei opzichten winst, zo blijkt."
Sterke partnerships
Het tuinbouwbedrijf loopt al even goed. Vorig jaar stapte Jeroen over op de geïntegreerde teelt, om zo snel mogelijk maximaal biologisch en residuvrij te kunnen telen. Hij teelt onder Milieukeur en de vooruitgang is goed zichtbaar. Jeroen denkt dat zijn middelenverbruik een stuk lager ligt dan op andere teeltbedrijven met Milieukeur. Van de chemie die hij nog verbruikt, zit het gros niet in insecticiden, maar in middelen die meeldauw in tomaat moeten aanpakken. Waarom wil hij zo snel zo veel vooruitgang boeken? "De markt, de afnemers", zegt hij. Kwekerij Osdorp levert aan zeer gerenommeerde namen. Bovenaan staan de restaurants van La Place, een keten die zeer kritisch is op de in te kopen producten. Dat geldt dus ook voor de aubergines en de 18 soorten tomatenspecialties die Kwekerij Osdorp teelt en levert. Aan La Place, maar ook aan andere grote namen als Smeding en Vroegop Windig. Begrijpelijkerwijs is de smaak van de producten uitermate belangrijk. Jeroen: "In feite kiezen wij in samenspraak met onze afnemers de te telen rassen. Productie is belangrijk en resistenties zijn dat ook, maar de smaak telt niet minder zwaar mee." Het tekent zijn benadering, waarin sterke partnerships met afnemers en met toeleveranciers als Koppert en Rijk Zwaan centraal staan.
Sturen op weerbaarheid
Mede met het oog op de productie, de smaak en de weerbaarheid van het gewas ging Jeroen in 2016 in de tomaten ook van start met NatuGro. "Ik miste vooral nog het sturen op weerbaarheid", vertelt hij. "Met NatuGro zou ik dat kunnen bereiken." Samen met de Koppertconsultants Kees Zuidgeest (groenten) en Dave Heij (NatuGro) stelde Jeroen een programma op dat al snel vruchten afwierp. Het afgelopen jaar gebruikte hij Vidi Parva, Vidi Terrum, Vidi Fortum en Trianum-P. Dit jaar komen Veni Calcium en Linafer-P daar nog bovenop. De resultaten in 2016 waren verbazingwekkend goed. De productie in tomaat was hoger, de wortelontwikkeling vanaf het begin uitstekend, en het gewas hield zich tot het einde van de teelt voorbeeldig. "Geen versleten planten, geen afgetrapt gewas, maar een bijna jong en nog fris gewas, tot aan het einde van de teelt in november. Dat had ik niet eerder meegemaakt. Ook de groeikracht was zonder meer goed."
Voorwaarde voor succes
Van links naar rechts Jeroen Rijpkema, Kees Zuidgeest en weerbaarder gewas." Dave Heij. Samen ontwikkelden zij een NatuGro-programma voor tomaat (in 2016) en nu in 2017 ook voor de aubergines.
Dave Heij en Kees Zuidgeest wijzen erop dat de kwaliteit van het gietwater een belangrijke factor is in het succes dat met NatuGro te bereiken is. In gietwater ontwikkelen zich micro-organismen die zuurstof gebruiken. Dan ontstaat een anaëroob milieu waar de meeste pathogenen als bijvoorbeeld Agrobacterium zich sneller ontwikkelen. Dave Heij: "In het teeltmedium woekeren altijd pathogenen, ze wachten hun kansen af vanuit de ‘dode hoeken’ in het substraat en kunnen onder de meest slechte omstandigheden overleven. Pathogenen vanuit het druppelwater komen direct met de waterstroom in ‘het slagveld’ terecht, waardoor de positieve processen rond de wortels constant onder druk komen te staan en zich niet goed kunnen ontwikkelen, terwijl de NatuGro-producten daar juist aan werken." Zo kan de teler als gevolg van onvoldoende schoon gietwater het maximale effect van NatuGro mislopen. De basisomstandigheden zijn zeer belangrijk voor de teelt en NatuGro (Natural Growing). Helaas wordt dit nog te veel onderschat. In een organisch teeltmedium als kokos, zoals bij Kwekerij Osdorp, zal dat minder snel het geval zijn. In een steenwolmat kan dit verlies van effect sneller optreden, hier ligt de concurrentiestrijd (zeker vanaf de start) een heel stuk lager. De twee consultants werken veel samen met zelfstandig adviseur Wessel Gademan. Hij wijst nog eens op het belang van goed druppelwater, zie de de tekst onder dit artikel.
Een praktisch programma
De resultaten in tomaat waren voor Jeroen Rijpkema reden om in 2017 ook in de aubergines met NatuGro aan de slag te gaan. De eerst geoogste exemplaren, half maart, zien er bijzonder fraai uit. Jeroen: "Mijn NatuGro-programma moet vooral praktisch zijn en niet te veel tijd of aandacht vragen. Eén keer per week vul ik het systeem met het product dat op het programma staat, vervolgens wordt dat volautomatisch afgegeven. Zo heb ik er verder geen omkijken naar, dit bedrijf is al druk genoeg. NatuGro en de maximaal biologische gewasbescherming passen prima bij mijn bedrijf en mijn afnemers."
Gezond en weerbaar gewas door betere kwaliteit druppelwater
De kwaliteit van het druppelwater hangt voor een belangrijk deel af van de kwaliteit van het giet- en drainwater. Het gietwater komt voor het overgrote deel uit een hemelwaterbassin of een silo, een omgekeerde osmose en/of het betreft ontijzerd bronwater. "In een hemelwaterbassin kunnen algen - chlorofyl - de grootste bedreiging worden voor de kwaliteit", legt adviseur Wessel Gademan uit. "In een omgekeerde osmose kan methaan de boosdoener zijn en in ontijzerd bronwater kunnen methaan, ijzer en mangaan problemen veroorzaken."
Ieder watertype heeft, aldus Wessel, zijn specifieke kenmerken of problemen, waar ook plossingen voor zijn. Hoofd- en druppelleidingen mogen niet extra belast worden met biomassavorming en/of mineralenaanslag. Uiteindelijk kan dit zorgen voor pH-dalingen en problemen met de afgifte.
"Natuurlijk worden ook symptoombestrijders gebruikt als chloor, chloordioxide en peroxide om bovengenoemde problemen in het druppelwater te voorkomen. Maar de basis van de gebruikte watersoorten - bassin-, osmose- en bronwater - moet aan bepaalde kwaliteitseisen voldoen."
Door de juiste maatregelen te nemen en hun effecten te controleren, wordt het volgens Wessel mogelijk om problemen in een druppelsysteem, zoals biomassavorming en/of mineralenaanslag, tot een minimum te beperken of zelfs te voorkomen. "Dek bijvoorbeeld het bassin af om algenvorming te voorkomen. Plaats een ontgassingstoren achter de osmose-installatie om methaan te verwijderen. Gebruik een filtratietechniek voor de ontsmetter van drainwater en maak de silo's voor drainwater jaarlijks schoon." Ook kan het gebruik van desinfecteermiddelen, met al hun voor- en nadelen, met beleid tot een minimum worden beperkt.
Hij besluit: "Wanneer een goede waterkwaliteit van het gietwater en drainwater de basis is, geeft dat uiteindelijk een veel betere en stabielere kwaliteit van het druppelwater en mede daardoor een gezond en weerbaarder gewas."