Biologische aanpak zorgt voor rust én tevreden klanten
Witte vlieg en trips zijn dé aartsvijanden in de opkweek van jonge rozenplanten. Schreurs Holland BV probeert deze plagen zoveel mogelijk biologisch onder controle te houden. In samenspraak met Koppert Biological Systems werd daartoe een strategie ontwikkeld, die bestaat uit de inzet van natuurlijke vijanden in combinatie met groene middelen. Het schimmelpreparaat Mycotal speelt een sleutelrol in de aanpak en draagt op die manier bij aan een gezondere plant én een hogere klanttevredenheid.
Schreurs heeft zijn sporen in de selectie, veredeling en vermeerdering van roos en gerbera meer dan verdiend. Al decennialang levert het familiebedrijf jonge rozen- en gerberaplanten aan telers in meer dan honderd landen. Ook werden in de loop der jaren tal van succesvolle rassen ontwikkeld: voor roos vormt ‘Red Naomi’ het belangrijkste uithangbord, bij gerbera waren onder meer de rassen Kimsey en Suri zeer bepalend voor het succes van het bedrijf. “Al onze veredelingsactiviteiten vinden plaats op onze hoofdlocatie in De Kwakel, die vijf hectare omvat”, zegt teeltmanager John Kieft van Schreurs Holland BV. “Daarnaast worden hier de meeste gerberaplanten opgekweekt en
een deel van de rozenplanten. Deze zijn vooral bestemd voor de Europese markt.”
Cocktail
Het biologisch bestrijden van ziekten en plagen heeft topprioriteit voor Schreurs Holland BV: op de locatie in De Kwakel wordt zo min mogelijk chemie ingezet. Om diverse redenen. “Dat heeft er enerzijds mee te maken dat de mogelijkheden voor de inzet van chemie steeds verder worden ingeperkt”, zegt Kieft. “Daarnaast willen de telers die we beleveren graag zo snel mogelijk aan de slag met de inzet van biologische bestrijders. Zetten wij als opkweekbedrijf een chemisch middel in, dan kunnen telers vanwege de nawerking pas later beginnen met biologie. Dat is niet wenselijk. Verder is het soms moeilijk om ieder beestje te raken met een chemisch middel. Dat speelt vooral in de afkweekfase, waar de planten dikwijls behoorlijk dicht op elkaar staan.”
In samenspraak met Wim van der Meer, Consultant Sierteelt bij Koppert, werd daarom de afgelopen jaren een strategie ontwikkeld om plagen zoveel mogelijk biologisch te lijf te gaan. In gerbera blijkt dat nog niet zo eenvoudig, maar in roos zijn inmiddels grote stappen voorwaarts gezet. Vooral als het gaat om de bestrijding van witte vlieg en trips; de belangrijkste plagen in de opkweek van jonge rozenplanten. “Deze bestrijdt Schreurs nu volledig biologisch”, vertelt Van der Meer. “We hebben hiervoor een ‘cocktail’ samengesteld, bestaande uit de natuurlijke vijanden en groene middelen die Koppert in het pakket heeft. Wat natuurlijke vijanden betreft gaat het bijvoorbeeld om de roofmijten Swirski Ulti-Mite (Amblyseius swirskii), Limonica (Amblydromalus limonicus) en Spidex (Phytoseiulus persimilis) en Spical-Plus (Neoseiulus californicus). Ook wordt het aaltje Steinernema feltiae (Entonem) ingezet tegen tripspoppen en witte vlieg.”
Belangrijke troef
Qua groene middelen speelt Mycotal een sleutelrol in de biologische aanpak van Schreurs. Dit schimmelpreparaat wordt preventief ingezet voor de biologische bestrijding van larven en poppen van trips en witte vlieg. Gedurende de opkweekfase, die drie weken duurt, wordt Mycotal drie keer verspoten over het gewas. “Mycotal is gebaseerd op rustsporen van de schimmel Lecanicillium muscarium”, zegt Van der Meer. “Door het oplossen van de schimmel in water, worden de sporen actief. Na een bespuiting kiemen de sporen op de larve, en dringen de schimmeldraden de larve binnen. De schimmel ontwikkelt zich verder in de larve, die uiteindelijk het loodje legt.”
Mycotal werkt optimaal bij een temperatuur tussen de 18 en 30 graden en een gemiddelde relatieve luchtvochtigheid van minimaal 75 procent. “Hoe hoger de luchtvochtigheid, hoe beter de rustsporen tot ontwikkeling komen”, zegt Kieft. “Wij hanteren in de opkweek een luchtvochtigheid van 85 tot 90 procent, dus dat is perfect. Een voordeel is ook dat bij Mycotal geen gevaar voor resistentie bestaat. Dit preparaat, dat we sinds ongeveer een jaar inzetten, is voor ons een belangrijke troef om witte vlieg en trips onder de duim te kunnen houden.”
Monitoren, bijsturen en finetunen
De geschetste strategie is niet in beton gegoten: er wordt continu gemonitord en bijgestuurd. “Onze medewerkers checken het gewas dagelijks en we controleren iedere week de vangplaten in het gewas”, zegt Kieft. “Op basis van de waarnemingen en de actuele omstandigheden passen we de frequentie en inzet van biologische bestrijders voortdurend aan. Dit doe ik in nauw overleg met Wim, die iedere twee weken langskomt om de stand van zaken door te spreken. Kortom: het is continu monitoren, bijsturen en finetunen. Wim heeft wat dit betreft veel kennis in huis, waar ik dankbaar gebruik van maak. Hij komt nooit voor niks!”
Continue strijd
Al met al is Kieft meer dan tevreden over de geschetste biologische strategie: trips en witte vlieg vormen nagenoeg geen probleem meer in de opkweek van de rozenplanten. En dat levert veel op. “De planten gaan schoon de afkweekfase in. Hierdoor besparen we veel op chemie; voorheen moesten we in de afkweek namelijk behoorlijk wat chemische middelen inzetten om zaken recht te breien. En dit betekent ook dat de jonge planten gegarandeerd schoon bij de teler komen. We kunnen een mooiere, gezondere en weerbaarder product afleveren, en dat resulteert in een hogere betrouwbaarheid en tevreden klanten.”
De gekozen strategie geeft de teeltmanager ook een stukje rust. “Ik wéét immers dat ik de zaak onder controle heb. Kies je voor chemie, dan doe je één keer een bespuiting van een uur en verder moet je maar afwachten. De natuurlijke vijanden zijn daarentegen 24 uur per dag actief, en voeren een continue strijd met de larven van trips en witte vlieg. Dat voelt als een extra zekerheid.”
Publicatie in KAS Magazine juni 2020