Categorie: Artikel
Publicatiedatum: april 06, 2020

Inzet roofmijten heeft duidelijke meerwaarde voor J&K Rosa

Onze adviseur:

Gerard Buitelaar Consultant sierteelt
Foto_2.jpg

‘Limonica is voor ons dé oplossing tegen trips’

Tot twee jaar geleden had rozenteler Koen Meewisse op zijn bedrijf behoorlijk wat te stellen met trips; het lukte hem niet om dit plaaginsect goed onder de duim te krijgen. Op advies van Koppert zette hij het product Limonica - dat de roofmijt Amblydromalus limonicus bevat - in om trips te lijf te gaan. Met succes: inmiddels vormt trips nauwelijks nog een issue op het bedrijf en heeft Meewisse de inzet van chemie met zo’n tachtig procent weten te reduceren.

Tot enkele jaren geleden vormde spint nog hét probleem op het rozenbedrijf van Koen Meewisse in Berkel en Rodenrijs. Op zijn bedrijf teelt hij, op een oppervlak van drie hectare, vier verschillende cultivars: Avalanche, Red Elegance, Caroussel Illusion en Fatal Attraction. “Doordat het aantal chemische middelen tegen spint terugliep en we deze plaag niet meer onder controle kregen, besloten we destijds aan de slag te gaan met biologie”, vertelt Meewisse. “Door de inzet van diverse roofmijten, waaronder Spidex (Phytoseiulus persimilis), wisten we dit probleem te tackelen. Maar toen doemde het volgende obstakel op: trips. Ook hierbij liep de beschikbare chemie terug. Daarbij is ons bedrijf van oudsher een echte ‘tripstuin’; de tripspopulaties op het bedrijf waren over het algemeen zeer hardnekkig en resistent.”

Jaarstrategie

Op advies van Koppert ging Meewisse ook aan de slag met de inzet van roofmijten tegen trips. Dit leverde niet meteen het gewenste effect op, totdat de teler in het voorjaar van 2018 switchte naar Limonica. Dit product van Koppert bevat de roofmijt Amblydromalus limonicus, die larven van trips in het eerste en het tweede stadium aanpakt. “Samen met Gerard Buitelaar, onze Koppert-adviseur, bepalen we een jaarstrategie. Op dit moment betekent dit concreet dat er in principe iedere twee weken 26 kokers aan Limonica het gewas in gaan. Dat houdt in dat we zo’n tien roofmijten per vierkante meter uitzetten. Maar wanneer uit het scouten en de vangplaattellingen blijkt dat er nauwelijks trips en voldoende roofmijten in het gewas zitten, slaan we ook wel eens een ronde over. Vorig jaar hebben we zelfs vier maanden lang geen nieuwe Limonica uitgezet, omdat de populatie roofmijten voldoende groot en sterk was.”

Standing army

Om de roofmijtenpopulatie in stand te houden, worden ook iedere twee weken zo’n 1750 voermijten per m2 verblazen. “Het gaat hierbij om de voermijt Carpoglyphus lactis (CL), die ook wordt ingezet bij de kweek van de Limonica-roofmijten. Dit is een uitermate goede match”, zegt Gerard Buitelaar, Consultant Sierteelt bij Koppert.

Meewisse benadrukt dat de inzet van de voermijten ervoor zorgt dat de roofmijten altijd voldoende te eten hebben, ook als er geen trips voorhanden is. “Duikt er dan wel een trips op, dan staat er altijd een ‘standing army’ aan roofmijten klaar. En deze voermijten sorteren duidelijk effect, zo bleek ook uit een test die we vorig jaar uitvoerden. Zonder bijvoeren met voermijten, kromp de populatie met maar liefst de helft. De voermijten zorgen ervoor dat roofmijten altijd voldoende voedsel hebben, wat ertoe bijdraagt dat de populatie in stand blijft.”

De roof- en voermijten worden in het gewas gebracht met de Airobug-verblazer. “Hiermee doen we in drie uur de hele tuin, en de dosering is eenvoudig aanpasbaar. Alleen in de cultivar Red Elegance hangen we zakjes met roofmijten in het gewas. Maar hier kiezen we voor Montdo-Mite (Transeius montdorensis). Limonica bleek hier namelijk geen sluitende oplossing. Het effect is dus ook wel afhankelijk van de cultivar; niet ieder ras is even aantrekkelijk voor Limonica.”

Positieve resultaten

Meewisse is meer dan tevreden over het resultaat van de Limonica-inzet. Sterker nog: trips is vandaag de dag nauwelijks nog een probleem voor de rozenteler. “Vorig jaar hebben we één keer chemisch moeten corrigeren, toen er sprake was van invlieg. Maar verder kunnen we trips prima onder de duim houden met Limonica. Voor ons is dit dé oplossing tegen trips, deze plaag baart me vandaag de dag nauwelijks nog zorgen. Een voordeel is ook dat Limonica zowel Californische trips als tabakstrips te lijf gaat, maar ook de eerste twee larvale stadia van Echinotrips. Gemiddeld genomen hebben we de inzet van chemie de afgelopen jaren met zo’n tachtig procent weten te reduceren. De toepassing van Limonica levert daaraan een belangrijke bijdrage.”

Gerard Buitelaar benadrukt dat Limonica op andere rozenbedrijven soortgelijke positieve resultaten laat zien. “Deze roofmijt is uiterst sterk en effectief in roos. Maar ook in andere gewassen, zoals bijvoorbeeld potplanten, doet Limonica het goed. Een voordeel is daarnaast dat deze roofmijt relatief lage temperaturen kan hebben - tot circa 15 graden Celsius - en dat de roofmijt continu het hele gewas doorloopt, op zoek naar voedsel. Dit vindt hij in de vorm van trips, maar ook spint en witte vlieg.”

De rozenteler bevestigt dat Limonica ook een extra ‘beveiliging’ vormt tegen spint en witte vlieg. “De roofmijt Phytoseiulus persimilis (Spidex) legt het loodje wanneer er geen spint beschikbaar is, maar Limonica staat altijd paraat. En ze eten het eerste spinteitje al op voordat je het zelf überhaupt hebt gesignaleerd. Datzelfde geldt voor witte vlieg: ook deze wordt meteen bij binnenkomst getackeld. Witte vlieg is daardoor ook nauwelijks een probleem op ons bedrijf.”

Tweewekelijks bezoek

Meewisse benadrukt dat de inzet van Limonica zeker betaalbaar is. “Eerlijk is eerlijk: in verhouding is deze roofmijt best duur. Maar wanneer je, door bij te voeren, de populatie op peil houdt en je niet iedere twee weken nieuwe roofmijten hoeft in te zetten, gaan de kosten behoorlijk omlaag. Dit maakt het tot een kostentechnisch interessante oplossing.”

De rozenteler is ook te spreken over de samenwerking met Koppert. “Gerard brengt iedere twee weken een bezoek aan ons bedrijf; dan maken we samen een rondje over de tuin en bekijken we het gewas. Op basis van de scoutresultaten passen we de strategie en het aantal uit te zetten voer- en roofmijten desgewenst aan. Het gedegen advies van Koppert draagt zeker bij aan een succesvolle inzet van Limonica en van biologie in zijn algemeenheid.”

Meewisse geeft tot slot aan dat de volgende uitdaging zich inmiddels alweer heeft aangediend: luis vormt namelijk een groeiend probleem op het bedrijf. Ook hier is het wegvallen van chemische middelen debet aan. “Binnenkort gaan we daarom aan de slag met het uitzetten van sluipwespen. Vanzelfsprekend met ondersteuning en onder begeleiding van Koppert.”

Dit was een publicatie in KAS Magazine 2020.

Foto_3.jpg

Meer over Limonica

Hulp nodig?