Roofmijten en sluipwespen doen hun werk in Pelargonium
Al vroeg in het jaar zijn we bij Green05 gestart met biologie in Pelargonium. Normaal gesproken is dit een lastige periode om de biologie op gang te brengen. Om trips en luis te bestrijden, werken we met roofmijten, voermijten en sluipwespen. Hieronder een inkijkje in hun strategie.
Tripsbestrijding
In de eerste weken starten we met de roofmijt Thripex (Neoseiulus cucumeris), omdat sommige roofmijten beter tegen een lagere temperatuur kunnen dan andere. Later in het seizoen werken we met een andere roofmijt als het wat warmer wordt. We stappen dan over naar Montdo-Mite (Transeius montdorensis). Deze roofmijten worden bijgevoerd met onze voermijten.
Luisbestrijding
De Aphipar sluipwespen die zijn ingezet, ontwikkelden zich goed doordat Martijn Roos van Green05 goede en werkbare uitzetpunten had gekozen. Uitzetpunten met bescherming tegen de zon, maar ook tegen bespuitingen.
Mooi resultaat
Het resultaat mag er dan ook zijn, want in 13 weken zijn er maar een paar tripsen gevonden op de vangplaten en één trips in de twee spoelmonsters die zijn genomen. We vonden slechts één geparasiteerde luis, maar dat is ook precies de bedoeling.
Wij hebben dit seizoen twee spoelmonsters gedaan en wij vinden beide roofmijten netjes terug in het gewas. In een spoelmonster aan het einde van de teelt vinden we het dubbele aantal roofmijten terug in het gewas. Dit komt doordat Montdorensis wordt bijgevoerd met voermijten. Dit is belangrijk omdat de roofmijten een betere reproductie krijgen, maar je krijgt ook een betere bestrijding tegen trips. In dit spoelmonster is dan ook geen trips gevonden.
Het uiteindelijke resultaat: de kosten van de biologie inzet zijn lager uitgekomen dan eerdere chemische behandelingen. Er is dus ook op dat vlak een grote stap gezet in de wereld van perkgoed Pelargonium en met hetzelfde, of zelfs beter, resultaat.
Een compliment aan Green05 dat ze dit aanpakken om in de toekomst verder te kunnen zonder chemische middelen.