Wat is cyclamenmijt?
De cyclamenmijt (Phytonemus pallidus) is een schadelijke plaag in aardbei en wordt ook regelmatig aangetroffen in cyclaam, gerbera en andere siergewassen.
De mijten die behoren tot de familie van de weekhuidmijten (Tarsonemidae) vertonen een grotere verscheidenheid aan voedingsgewoonten dan die binnen andere mijtenfamilies. Er zijn schimmel- en algeneters, soorten die op planten leven en predatoren en parasieten van insecten en andere mijten. De soorten die op planten leven, brengen vaak aanzienlijke schade toe aan de waardplant.
Weekhuidmijten zoals de cyclamenmijt (Polyphagotarsonemus latus) kunnen voorkomen in groente- en in siergewassen.
Levenscyclus en uiterlijk van de cyclamenmijt
De levenscyclus van de cyclamenmijt (Phytonemus pallidus) bestaat uit de volgende stadia: ei, larve en adult. De jonge vrouwtjes blijven echter in hun larvenhuid totdat ze uitkomen. Dit stadium wordt vaak beschouwd als vierde stadium, en wordt pop, schijnpop of rustnimf genoemd.
De volwassen vrouwtjes zijn geelachtig bruin en ongeveer 0,25 mm groot. Hun achterste paar poten is gereduceerd tot dunne, draadachtige structuren die niet gebruikt worden om mee te lopen. De mannetjes zijn kleiner dan de vrouwtjes. Hun achterpoten zijn zo gevormd om vrouwelijke poppen te verplaatsen.
De eieren van de cyclamenmijt zijn ongeveer half zo groot als de mijten zelf. Ze zijn ovaal van vorm, glad, doorschijnend en tweemaal zo lang als breed. Beide uiteinden zijn gelijkmatig afgerond. De larven zijn ondoorzichtig wit van kleur en hebben slechts drie paar poten. Ze gaan zonder te vervellen over in het ruststadium. Dit ruststadium is het overgangsstadium van larve naar volwassen mijt. Gedurende deze periode zit de mijt stil op het blad en neemt geen voedsel op.
Schade door cyclamenmijt
De cyclamenmijt (Phytonemus pallidus) voedt zich met plantensappen door met zijn stekend-zuigende monddelen het plantenweefsel aan te prikken. De mijten bevinden zich vooral in bloemknoppen, groeipunten en omgekrulde bladeren, omdat de luchtvochtigheid hier hoger is en ze beschermd zijn tegen direct zonlicht. Ze zijn op deze plaatsen moeilijk waar te nemen. Er treedt pleksgewijs schade op doordat de mijten zich traag verspreiden.
De symptomen verschillen per waardplant en kunnen op virusaantasting lijken. Aangetaste bladeren zijn gedraaid of gekruld, misvormd, broos en kleiner dan gewoonlijk.
Bij cyclaam worden de bloemen beschadigd en treedt groeiremming van de bladeren op. Bij Hedera kan mijtaantasting leiden tot kale stengeldelen. Bloemen van gerbera raken misvormd en verkleuren. Het blad wordt bronskleurig, met name langs de hoofdnerf. Al bij een gering aantal mijten kan grote schade optreden. Bij zwaardere aantasting treedt groeistagnatie op of worden de bloemknoppen zo ernstig aangetast dat ze verschrompelen en afsterven.
Bij aantasting in aardbei zijn aangetaste bladeren gerimpeld en onregelmatig omgekruld. Aangetaste planten hebben een onnatuurlijk dichte bouw, omdat de bladstelen kort blijven. Ernstig aangetaste bladeren worden broos, verkleuren naar bruin of zilver en sterven af. De bloemen en jonge vruchten worden bruin aan de basis.