Paprika

Bladluizen zijn een veelvoorkomend plaaginsect in de paprikateelt en stellen telers wereldwijd voor grote uitdagingen. Deze kleine, sapzuigende insecten brengen niet alleen directe schade toe aan paprikaplanten door zich te voeden met hun sap, maar dienen ook als vectoren voor verschillende plantenziekten, waardoor de gezondheid van het gewas en de opbrengst verder in gevaar komen. Bladluizen planten zich snel voort, wat vaak leidt tot grote plagen als er niets wordt gedaan.

Belangrijke bladluissoorten in paprika zijn:

• Boterbloemluis (Aulacorthum solani)
• Aardappeltopluis (Macrosiphum euphorbiae)
• Groene perzikluis (Myzus persicae)
• Bladluis (Aphis gossypii)

Bladluis in paprika bestrijden

Bestrijding van bladluis in paprika omvat vaak de introductie van natuurlijke vijanden zoals lieveheersbeestjes, gaasvliegen, galmuggen, sluipwespen en zweefvliegen. De volgende producten van Koppert zorgen voor een effectieve biologische bestrijding van bladluizen:

• De roofzuchtige galmug Aphidoletes aphidimyza (Aphidend)
• De sluipwespen Aphelinus abdominalis (Aphilin), Aphidius colemani (Aphipar), Aphidius matricariae (Aphipar-M), Aphiscout (een mix van sluipwespen) en Aphidius ervi (Ervipar).
• De gaasvliegen Chrysoperla carnea (Chrysopa, Chrysopa-E)
• De zweefvliegen Episyrphus balteatus (Syrphidend) en Sphaerophoria rueppellii (Rophoria)
• De roofkever Adalia bipunctata (Aphidalia)

Deze producten bieden duurzame en effectieve oplossingen voor het beheer van bladluispopulaties en zorgen voor een gezond en productief gewas.

De rupsen van Lacanobia oleracea, Mamestra brassicae, Spodoptera exigua, Autographa gamma, Helicoverpa armigera, Duponchelia fovealis en Chrysodeixis chalcites zijn veel voorkomende plagen die paprika teelten op verschillende manieren aantasten:

• Turkse mot (Chrysodeixis chalcites): De turkse mot (Chrysodeixis chalcites) is een plaag die zich voedt met paprikaloof en -vruchten. Hun voedingsschade kan ontbladering, vruchtvervorming en opbrengstvermindering veroorzaken, wat een impact heeft op de algemene productiviteit en kwaliteit van het gewas.

• Groente-uil (Lacanobia oleracea): De larven van de Groente-uil (Lacanobia oleracea) voeden zich met het gebladerte en de vruchten van paprikaplanten. Hun voedingsschade kan ontbladering, groeistoornissen en cosmetische schade aan de vruchten veroorzaken, waardoor de opbrengst en verkoopbaarheid verminderen.

• Kooluil (Mamestra brassicae): De larven van de kooluil (Mamestra brassicae) voeden zich ook met het blad en de vrucht van paprika's. Hun voedingsactiviteit kan leiden tot bladschilfering, groeistoornissen en cosmetische schade aan de vrucht, waardoor de opbrengst en de verkoopbaarheid afnemen. Hun voedingsactiviteit kan resulteren in bladskeletvorming, verwelking en vruchtschade, wat leidt tot verminderde groeikracht van de plant en opbrengstverlies.

• Floridamot (Spodoptera exigua): De Floridamot (Spodoptera exigua) is een andere plaag die zich voedt met het blad en de vruchten van paprika's. Hun vraatzucht kan uitgebreide schade aan de plant veroorzaken. Hun vraatzuchtige voeding kan uitgebreide ontbladering, vruchtschade en opbrengstvermindering veroorzaken, vooral bij ernstige plagen.

• Gamma-uil (Autographa gamma): De larven van de Gamma-uil (Autographa gamma) is een plaag die zich voedt met bladeren en vruchten. Hun voedingsschade kan leiden tot bladverlies, littekens op de vruchten en een verminderde gezondheid van de plant, wat de totale opbrengst en kwaliteit beïnvloedt.

• Katoendaguil (Helicoverpa armigera): De katoendaguil ( Helicoverpa armigera) is een ernstige plaag die paprikaplanten aantast en zich voedt met bladeren, bloemen en vruchten. Hun voedingsschade kan resulteren in uitgebreide ontbladering, vervorming van de vruchten en opbrengstverlies, wat telers van paprika's voor aanzienlijke uitdagingen stelt.

• Duponcheliamot (Duponchelia fovealis): De Duponcheliamot (Duponchelia fovealis) is een plaag die paprika teelten aantast door zich te voeden met de vrucht en schade te veroorzaken aan het vruchtvlees. Hun voedingsactiviteit kan leiden tot vruchtrot en bederf, wat de verkoopbaarheid en economische waarde vermindert.

Rupsen bestrijden in paprika

Rupsen in de paprikateelt kunnen worden bestreden door natuurlijke vijanden in te zetten, zoals nuttige nematoden. Koppert biedt een assortiment nuttige nematoden die speciaal zijn ontwikkeld voor biologische bestrijding:

• Nuttige nematoden zoals Steinernema feltiae (Entonem) en Steinernema carpocapsae (Capsanem) bestrijden rupsen effectief. Nuttige nematoden gaan actief op zoek naar de larven van turkse motten en infecteren ze. Deze nematoden laten bacteriën vrij die de larven doden, waardoor hun populaties effectief afnemen en verdere schade aan gewassen met paprika's wordt voorkomen.

Wolluizen zijn veel voorkomende plagen in de paprikateelt en vormen een aanzienlijke bedreiging voor de gezondheid van de plant en de opbrengst. Deze kleine insecten met een zacht lichaam zijn bedekt met een poederachtige waslaag, waardoor ze een karakteristiek uiterlijk hebben. Wolluizen voeden zich met plantensap door met hun monddelen het plantweefsel te doorboren, waardoor ze verwelken, afsterven en bladeren vergelen. In paprika teelten kunnen wolluizen bladeren, stengels en vruchten aantasten, wat leidt tot verminderde groei en opbrengstverlies. Bovendien scheiden wolluizen honingdauw af, een suikerachtige substantie die mieren aantrekt en de groei van roetdauw bevordert. Verschillende soorten wolluizen kunnen paprika teelten aantasten, elk met zijn eigen unieke kenmerken en biologie. Enkele van de belangrijkste soorten zijn:

• Citruswolluis (Planococcus citri)
• Langstaartwolluis (Pseudococcus longispinus)
• Tomatenwolluis (Pseudococcus viburni)
• Wolluis (Phenacoccus solenopsis)

Wolluisbestrijding in paprika

Wolluizen in de paprikateelt kunnen effectief bestreden worden met natuurlijke vijanden zoals:

• De roofkever Cryptolaemus montrouzieri (Cryptobug, Cryptobug-L): Cryptolaemus montrouzieri is een roofkeversoort die op verschillende stadia van wolluizen predeert, waaronder eieren, nimfen en volwassen dieren. Deze roofkevers zijn vraatzuchtige eters en kunnen de wolluispopulaties in paprika teelten aanzienlijk verminderen.
• De gaasvlieg Chrysoperla carnea (Chrysopa, Chrysopa-E): Chrysoperla carnea, algemeen bekend als gaasvliegen, zijn nuttige insecten die veel gebruikt worden in programma's voor biologische bestrijding van wolluizen. Larven van gaasvliegen zijn vraatzuchtige predatoren die zich voeden met verschillende plaaginsecten met een zachte structuur, waaronder wolluizen.

In de paprikateelt vormen mijten een nawerking. Deze kleine spinachtigen, waaronder spint en andere plaagmijten, voeden zich met plantensap, wat leidt tot schade aan de bladeren, groeiachterstand en een verminderde opbrengst. Effectief beheer van mijtplagen is cruciaal voor het behoud van gezonde paprikaplanten en een optimale productiviteit. Belangrijke mijtenplagen in de paprikateelt zijn onder andere:

• Spint (Tetranychus urticae)
• Begoniamijt (Polyphagotarsonemus latus)
• Cyclamen mijt (Phytonemus pallidus)

Spint in paprika bestrijden

De bestrijding van spint in de paprikateelt kan effectief worden uitgevoerd met roofmijten, roofwantsen en galmuggen. De volgende producten bieden betrouwbare oplossingen:

• Roofmijten zoals Phytoseiulus persimilis (Spidex, Spidex Vital, Spidex Vital Plus) en Neoseiulus californicus (Spical, Spical-Plus, Spical Ulti-Mite) zijn roofmijt soorten die bekend staan om hun vraatzuchtige eetlust voor spint. De roofmijten jagen actief op spint (Tetranychus urticae) en consumeren deze populaties, wat zorgt voor een effectieve biologische bestrijding in de paprikateelt.

• De roofwants Macrolophus pygmaeus (Mirical-N): Deze roofwants staat bekend om zijn vermogen om zich te voeden met verschillende plaaginsecten, waaronder spint. Macrolophus pygmaeus predeert actief op spint en draagt bij aan de onderdrukking van hun populaties in paprika teelten.

• De roofzuchtige galmug Feltiella acarisuga (Spidend): De larven van deze roofzuchtige galmug voeden zich actief met spint, wat bijdraagt aan een natuurlijke bestrijding van de populaties in paprika teelten.

Weekhuidmijten in paprika bestrijden

• Roofmijten zoals Neoseiulus californicus (Spical, Spical-Plus, Spical Ulti-Mite), Amblyseius swirskii (Swirski-Mite, Swirski-Mite Plus, Swirski-Mite LD, Swirski Ulti-Mite) en Neoseiulus cucumeris (Thripex, Thripex-Plus). De roofmijten voeden zich met weekhuidmijten. Ze jagen actief op mijtenpopulaties en consumeren ze, waardoor ze zorgen voor een effectieve biologische bestrijding in de paprikateelt.

Schildwantsen, ookwel stinkwantsen genoemd, zijn veel voorkomende plagen in de paprikateelt en stellen telers wereldwijd voor grote uitdagingen. Een van de meest voorkomende soorten die paprika's aantast, is de zuidelijke groene stinkwants (Nezara viridula). Deze schildvormige insecten voeden zich met het sap van paprikaplanten en veroorzaken schade aan vruchten, stengels en bladeren. Schildwantsen hebben doordringende, zuigende monddelen waarmee ze plantenweefsels doorboren en sap extraheren, wat resulteert in karakteristieke verkleuring, vervorming en necrose. Bovendien kunnen schildwantsen ziekten overbrengen en de verkoopbaarheid en opbrengst van paprika teelten verminderen.

Bestrijding van de zuidelijke groene schildwants in paprika

De bestrijding van de zuidelijke groene schildwants (Nezara viridula) kan effectief worden uitgevoerd door gebruik te maken van biologische bestrijders zoals Nezapar. Nezapar introduceert Trissolcus basalis, een sluipwesp die eitjes van de schildwants aanpakt. Trissolcus basalis parasiteert eitjes van de schildwants, waardoor hun ontwikkeling wordt voorkomen en de populatie van de zuidelijke groene stinkwants in paprika teelten wordt verminderd. Door Nezapar in besmette gebieden uit te zetten, kunnen telers een milieuvriendelijke aanpak voor het beheer van stinkwantsen implementeren, waardoor ze minder afhankelijk worden van chemische bestrijdingsmiddelen.

Trips zijn kleine, slanke insecten die een grote bedreiging vormen voor de paprikateelt. Ze voeden zich met plantensap en veroorzaken schade aan bladeren, bloemen en vruchten. Veel voorkomende tripssoorten zijn Frankliniella occidentalis, Trips tabaci, Echinothrips americanus en Trips fuscipennis. Plagen kunnen leiden tot verstoorde groei, verminderde opbrengst en cosmetische schade aan paprika teelten. Belangrijke tripssoorten in paprika zijn onder andere:

• Californische trips (Frankliniella occidentalis)
• Tabakstrips (Trips tabaci)
• Echinothrips americanus
• Trips fuscipennis

Trips bestrijden in paprika

Voor de bestrijding van trips in de paprikateelt zijn de volgende biologische oplossingen beschikbaar:

• Roofmijten zoals Amblyseius swirskii (Swirski-Mite, Swirski-Mite Plus, Swirski-Mite LD, Swirski Ulti-Mite), Amblydromalus limonicus (Limonica), Transeius montdorensis (Montdo-Mite, Montdo-Mite Plus) en Neoseiulus cucumeris (Thripex, Thripex-Plus) prederen op trips en helpen om hun populaties in paprika teelten onder controle te houden.
• Roofinsecten zoals Orius laevigatus (Thripor-L): Thripor-L bevat Orius laevigatus, een roofwants die bekend staat om zijn vraatzuchtige honger naar trips. Orius laevigatus predeert actief op verschillende tripssoorten en voedt zich met zowel nimfen als volwassenen. De introductie van Thripor-L in paprika teelten helpt om trips populaties onder controle te houden en schade aan planten te minimaliseren.
• Nuttige nematoden zoals Steinernema feltiae (Entonem): Entonem introduceert Steinernema feltiae, een nuttige nematodensoort die parasiteert op trips larven in de bodem. Deze nematodensoort gaat actief op zoek naar tripslarven en infecteert ze, waardoor hun populaties afnemen en verdere schade aan paprika's wordt voorkomen.

Witte vlieg is een veelvoorkomende plaag in de paprikateelt en vormen een grote uitdaging voor telers wereldwijd. Deze kleine, gevleugelde insecten voeden zich met het sap van paprikaplanten en richten zich voornamelijk op de onderkant van de bladeren. Terwijl ze zich voeden, kunnen wittevliegen schade aan de planten veroorzaken door voedingsstoffen af te tappen, wat leidt tot groeiachterstand, vergeling van de bladeren en een verminderde kwaliteit van de vruchten. Wittevliegen zijn er bovendien berucht om dat ze plantenvirussen overbrengen, waardoor de schade die ze veroorzaken nog groter wordt. Belangrijke wittevliegsoorten in paprika zijn onder andere:

• Tabakswittevlieg (Bemisia tabaci)
• Kaswittevlieg (Trialeurodes vaporariorum)

Witte vlieg in paprika bestrijden

Om tabakswittevlieg (Bemisia tabaci) en kaswittevlieg (Trialeurodes vaporariorum) te bestrijden, bieden verschillende producten effectieve oplossingen:

• Sluipwespen: De sluipwespensoorten Eretmocerus eremicus (Ercal) en Encarsia formosa (En-Strip, Enermix) bestrijden zowel tabakswittevlieg als kaswittevlieg effectief. Deze sluipwespen parasiteren op nimfen van de wittevlieg, wat bijdraagt tot de vermindering van hun populaties in paprika teelten.
• Roofmijten: Amblyseius swirskii (Swirski-Mite) en Transeius montdorensis (Montdo-Mite, Montdo-Mite Plus) zijn roofmijtensoorten die zowel tabakswittevlieg als kaswittevlieg bestrijden. Deze mijten prederen actief op nimfen van de wittevlieg, wat bijdraagt aan de onderdrukking van hun populaties in paprika teelten.
• Nuttige micro-organismen: Mycotal is gebaseerd op de nuttige schimmel Lecanicillium muscarium en bestrijdt beide wittevliegsoorten effectief. Deze schimmel infecteert en doodt wittevliegen en helpt zo bij de biologische bestrijding van hun populaties.

Rhizoctonia (Rhizoctonia solani, Thanatephorus cucumeris) is een bodemgebonden ziekteverwekker die verschillende ziekten kan veroorzaken in paprika teelten. Een van de meest voorkomende ziekten geassocieerd met Rhizoctonia is wortelrot, waarbij de schimmel de wortels van paprikaplanten infecteert, waardoor ze verkleuren, necroten en rot worden. Als gevolg hiervan kunnen geïnfecteerde planten een achterblijvende groei, verwelking en verminderde groeikracht vertonen. In ernstige gevallen kan Rhizoctonia-infectie leiden tot vermindering van de opstand en aanzienlijke opbrengstverliezen. Bovendien kan Rhizoctonia ook stengelkanker veroorzaken, waarbij zich laesies ontwikkelen op de stengels van paprikaplanten, die het transport van voedingsstoffen belemmeren en de plantstructuur verzwakken.

Rhizoctonia in paprika bestrijden

De nuttige schimmel Trichoderma harzianum T-22 (Trianum-P, Trianum-G) gebruikt verschillende tactieken om Rhizoctonia in paprika teelten te bestrijden. In eerste instantie concurreert Trichoderma harzianum effectief om ruimte op het worteloppervlak, overvleugelt andere schimmels en belemmert hun inworteling. Bovendien concurreert Trianum om voedingsstoffen, waardoor de ziekteverwekkers van Rhizoctonia worden beroofd van essentiële hulpbronnen voor hun groei. Bovendien groeit Trianum rond de schimmeldraden van Rhizoctonia, waardoor de cellen afbreken en uiteindelijk sterven.

Bovendien versterkt Hulpstof Trianum het wortelgestel van de plant en stimuleert het de groei van extra wortelharen om de opname van water en voedingsstoffen te verbeteren. Dit resulteert in een robuuster gewas met een hogere opbrengst, vooral in uitdagende groeivoorwaarden. Trianum verbetert ook de verdedigingsmechanismen van de plant, zoals geïnduceerde systemische weerstand (ISR), en verbetert de beschikbaarheid van essentiële voedingsstoffen zoals mangaan en ijzer.

Fusarium is een bodemgebonden schimmelverwekker die een aanzienlijke bedreiging vormt voor paprika teelten en ziekten veroorzaakt zoals Fusarium verwelking. Deze ziekte wordt gekenmerkt door verwelking, vergeling en uiteindelijk de dood van de plant door beschadiging van het vaatweefsel. Een Fusarium-infectie vindt plaats via de wortels, waar de schimmel het vaatstelsel van de plant koloniseert en verstopt, waardoor de opname van water en voedingsstoffen wordt verhinderd. Geïnfecteerde paprikaplanten kunnen overdag verwelkende symptomen vertonen die 's nachts gedeeltelijk herstellen, gevolgd door een geleidelijke achteruitgang en uiteindelijk de dood. Fusarium verwelkingsziekte kan jarenlang in de grond aanwezig blijven, waardoor teeltwisseling en sterilisatie van de grond essentieel zijn voor het beheer van de ziekte in de paprikateelt.

Fusarium in paprika bestrijden

De nuttige schimmel Trichoderma harzianum T-22 (Trianum-P, Trianum-G) bestrijdt Fusarium in paprika teelten en maakt gebruik van meerdere mechanismen. Ten eerste concurreert de schimmel om ruimte op het worteloppervlak, waardoor andere schimmels worden voorbijgestreefd en hun inworteling wordt geremd. Daarnaast concurreert Trianum om voedingsstoffen, waardoor het de ziekteverwekkers van Fusarium cruciale middelen ontneemt die ze nodig hebben om te groeien. Bovendien groeit Trianum rond de schimmeldraden van Fusarium, waardoor de cellen afbreken en uiteindelijk sterven.

Bovendien verbetert Trianum de weerbaarheid van de plant door het wortelgestel te verbeteren en de groei van extra wortelharen te stimuleren om de opname van water en voedingsstoffen te vergemakkelijken. Dit resulteert in een veerkrachtiger gewas met verbeterde opbrengsten, met name in uitdagende groeivoorwaarden. Trianum versterkt ook de verdedigingsmechanismen van de plant, zoals geïnduceerde systemische weerstand (ISR), en vergroot de beschikbaarheid van essentiële voedingsstoffen zoals mangaan en ijzer.

Pythium is een andere veel voorkomende ziekteverwekker in de bodem die een bedreiging vormt voor paprikateelten, vooral tijdens de zaailingfase. Pythium-infectie kan leiden tot afsterven, waarbij zaailingen uit de grond komen maar snel instorten en sterven door rotting van het zaad of de jonge wortels. Deze ziekte wordt vaak bevorderd door koele, natte omstandigheden, waardoor het vaak voorkomt in de vroege lente of in velden met een slechte drainage. Pythium kan ook wortelrot veroorzaken in oudere paprikaplanten, wat leidt tot een verminderde opname van voedingsstoffen en een verminderde wateropname. Symptomen van Pythium-infectie zijn verkleurde en met water doordrenkte wortels, vergeling van het gebladerte en een algehele slechte gezondheid van de plant.

Pythium bestrijden in paprika

De nuttige schimmel Trichoderma harzianum T-22 (Trianum-P, Trianum-G) bestrijdt Pythium in paprika teelten door gebruik te maken van verschillende verdedigingsmechanismen. In eerste instantie concurreert de schimmel om ruimte op het worteloppervlak, overtreft andere schimmels en belemmert hun inworteling. Bovendien concurreert Trianum om voedingsstoffen, waardoor de ziekteverwekkers van Pythium niet kunnen beschikken over essentiële middelen voor hun ontwikkeling.

Bovendien groeit Trianum rond de schimmeldraden van Pythium, waardoor de cellen afbreken en uiteindelijk sterven. Bovendien versterkt Trianum de plant door het wortelgestel te versterken, waardoor de groei van extra wortelharen wordt bevorderd om de opname van water en voedingsstoffen te verbeteren. Dit resulteert in een veerkrachtiger gewas met verbeterde opbrengsten, vooral in uitdagende groeivoorwaarden. Trianum versterkt ook de verdedigingsmechanismen van de plant, waaronder geïnduceerde systemische weerstand (ISR), terwijl de beschikbaarheid van essentiële voedingsstoffen zoals mangaan en ijzer wordt verbeterd.

Phytophthora is een geslacht van bodempathogenen die ziekten kunnen veroorzaken zoals Phytophthora bacterievuur in paprika teelten. Deze ziekte tast meestal de onderste delen van de plant aan, inclusief de stengel en de vrucht, en veroorzaakt donkere, met water doordrenkte laesies die uiteindelijk leiden tot rotting en instorting. Phytophthora gedijt goed in warme, vochtige omstandigheden en kan zich snel verspreiden via besmette grond en water. Geïnfecteerde paprikaplanten kunnen verwelking, vergeling en necrose van de bladeren vertonen, evenals vruchtrot en een verminderde opbrengst.