Wat is boterbloemluis?
De boterbloemluis (Aulacorthum solani) is een Europese bladluizensoort die vooral ernstige schade veroorzaakt in paprika. Daarnaast veroorzaken ze schade in begonia en andere siergewassen, in aardappel, sla, boon, aubergine en soms op tomaat.
Levenscyclus van de boterbloemluis
Bladluizen hebben een ingewikkelde levenscyclus, met zowel gevleugelde als ongevleugelde adulten. De bladluizen vertonen ook een grote verscheidenheid in kleur. Bij ongeslachtelijke voortplanting worden de bladluizen geboren als jonge nimfen. Ze beginnen zich meteen te voeden met plantensap en groeien snel. Bij geslachtelijke voortplanting leggen de bladluizen eieren die overwinteren. In kassen planten ze zich ook ongeslachtelijk voort, waarbij onbevruchte levendbarende vrouwtjes steeds nieuwe generaties met vrouwtjes voortbrengen. Bladluizen vervellen vier keer voordat ze het volwassen stadium bereiken. Elke keer blijft er een witte vervellingshuid achter die hun aanwezigheid in het gewas verraadt. De boterbloemluis is in het ongevleugelde volwassen stadium vrij plomp, middelgroot (1,8-3,0 mm) en ovaal van vorm. De bladluis is glanzend, licht geelgroen tot bruingroen van kleur. De antennen zijn langer dan het lichaam en hebben een aantal donkere banden. Ook de poten zijn lang, en op het achterlijf zitten twee opvallende donkergroene vlekken aan de basis van de sifonen. Alate (gevleugelde) vrouwtjes zijn geelgroen met een bruine kop, een donker borststuk, en een donker achterlijf met bleke tot donkere dwarsbanden. De vorm van hun lichaam lijkt op die van de ongevleugelde vrouwtjes, maar ze zijn 2,0-3,0 mm groot. De boterbloemluis leeft zowel anholocyclisch (zonder eileg) als holocyclisch (met wintereieren). Er is geen sprake van waardwisseling. Op dezelfde waardplant kan een cyclus op beide manieren verlopen. De bladluis kan overwinteren in kassen, maar ook buiten op beschutte plaatsen.
Schade door boterbloemluis
Als de boterbloemluis (Aulacorthum solani) in de bladeren en vruchten van paprika prikt, scheidt ze een giftige stof af. Deze stof veroorzaakt misvormingen in het groeipunt van de plant, ongeacht waar de bladluis de plant aanprikt. Het aanprikken van bladeren onderin het gewas kan tot vergroeiingen bovenin leiden. Er ontstaan bobbels op de bladeren en de bladranden krullen om. Onderin het gewas zijn vaak de directe effecten van het aanprikken te zien in de vorm van gele vlekken op de bladeren. Bij zeer ernstige vergeling vallen de bladeren zelfs af.