Bladluisbestrijding
Voor de bestrijding van bladluizen in komkommers is een gevarieerde reeks natuurlijke predatoren en biologische bestrijders bekend. Tot deze nuttige organismen behoren de roofkever Adalia bipunctata (Aphidalia), de galmug Aphidoletes aphidymyza (Aphidend), sluipwespen zoals Aphelinus abdominalis (Aphilin), Aphidius colemani (Aphipar), Aphidius matricariae (Aphipar-M), Aphidius ervi (Ervipar, Aphiscout), Praon volucre (Aphiscout) en Ephedrus cerasicola (Aphiscout), de groene gaasvlieg Chrysoperla carnea (Chrysopa, Chrysopa-E) en de nuttige schimmel Lecanicillium muscarium Ve6 (Mycotal). Deze nuttige organismen spelen een cruciale rol in het beheersbaar houden van bladluizenpopulaties.
Adalia bipunctata, beter bekend als het lieveheersbeestje, voedt zich met bladluizen en hun eieren, terwijl Aphidoletes aphidymyza, een galmug, op bladluizen in hun larvale stadium jaagt. Sluipwespen zoals Aphelinus abdominalis, Aphidius colemani en Aphidius ervi leggen hun eitjes in bladluizen en doden ze uiteindelijk. Daarnaast dragen gaasvliegen zoals Chrysoperla carnea en nuttige schimmels zoals Lecanicillium muscarium Ve6 ook bij aan de bladluisbestrijding. Dit web van natuurlijke vijanden zorgt voor een duurzame en milieuvriendelijke aanpak van bladluispopulaties in komkommergewassen, waardoor de gezondheid van de planten en de opbrengst toenemen zonder dat er veel chemische interventies nodig zijn.
Bestrijding van mineervliegen
Het effectief bestrijden van mineervliegen in komkommergewassen is cruciaal voor de vitaliteit en productiviteit van de planten. Diglyphus isaea (Miglyphus), een sluipwesp, legt haar eitjes in mineervlieglarven, wat uiteindelijk leidt tot hun ondergang. Dacnusa sibirica (Minusa), een andere sluipwesp, speelt een cruciale rol bij de bestrijding van mineervliegpopulaties door te parasiteren op de larven.
Bestrijding van wolluizen
Wolluizen kunnen een aanzienlijke bedreiging vormen voor komkommers, maar de introductie van natuurlijke vijanden biedt een duurzame oplossing. Anagyrus vladimiri (Citripar), een sluipwesp, en Cryptolaemus montrouzieri (Cryptobug en Cryptobug-L), een roofkever, zijn effectieve oplossingen. Anagyrus vladimiri legt haar eitjes in wolluizen, wat leidt tot hun uiteindelijke dood, terwijl Cryptolaemus montrouzieri zich voedt met zowel volwassen wolluizen als nimfen.
Rupsbestrijding
Rupsen kunnen aanzienlijke schade aanrichten aan komkommerplanten. Insectenvallen (Deltatrap) in combinatie met soortspecifieke feromonen helpen om de motten op te sporen. Het introduceren van het nuttige aaltje Steinernema carpocapsae (Capsanem) als bladbehandeling kan een effectieve strategie zijn om rupsen te bestrijden. Deze nematoden zoeken rupsen en infecteren ze, wat leidt tot hun dood.
Spint en andere mijten bestrijden
Het gebruik van een reeks natuurlijke vijanden is belangrijk bij de bestrijding van spintmijten in de komkommerteelt. Roofmijten zoals Neoseiulus californicus (Spical, Spical Ulti-Mite, Spical-Plus) en Phytoseiulus persimilis (Spidex, Spidex Vital, Spidex Vital Plus) zijn belangrijke natuurlijke vijanden. Deze roofmijten voeden zich met spintmijten en helpen om hun populaties op een beheersbaar niveau te houden. Daarnaast draagt Feltiella acarisuga (Spidend), een galmug, bij aan deze inspanning door zich te richten op mijteieren en nimfen. In het geval van aantastingen met Begoniamijt (Polyphagotarsonemus latus) helpt de roofmijt Neoseiulus californicus (Spical, Spical Ulti-Mite, Spical-Plus) deze plaag te bestrijden.
Tripsbestrijding
Roofmijten zoals Amblydromalus limonicus (Limonica), Amblyseius swirskii (Swirski-Mite, Swirski Ulti-Mite, Swirski-Mite Plus, Swirski-Mite LD) of Neoseiulus cucumeris (Thripex, Thripex-Plus, Thripex-V) zijn effectieve biologische oplossingen om trips te bestrijden. De entomopathogene schimmel Lecanicillium muscarium Ve6 (Mycotal) kan op het gewas worden gespoten om tripsplagen te onderdrukken. Verder dragen roofwantsen zoals Orius laevigatus (Thripor-L) bij door te prederen op volwassen tripsen en nimfen.
Witte vlieg bestrijding
Roofmijten in combinatie met sluipwespen vormen een effectieve combinatie om witte vlieg in komkommergewassen te bestrijden. De sluipwespen Eretmocerus eremicus (Enermix, Ercal) en Encarsia formosa (Enermix, En-Strip) leggen hun eitjes in wittevliegnimfen, waardoor hun groei effectief wordt onderdrukt. Daarnaast dragen de roofmijten Amblydromalus limonicus (Limonica) en Amblyseius swirskii (Swirski-Mite, Swirski-Mite LD, Swirski-Mite Plus, Swirski Ulti-Mite) bij aan de inspanning door zich te voeden met wittevliegeieren en -nimfen. Het gebruik van Lecanicillium muscarium Ve6 (Mycotal), een nuttige schimmel, verbetert de biologische bestrijding van witte vlieg nog verder.
Bestrijding van wantsen
Het introduceren van Steinernema feltiae (Entonem), nuttige nematoden (aaltjes), speelt een rol in de bestrijding wantsen. Deze nematoden zoeken en infecteren larven van wantsen en verstoren zo hun levenscyclus. Door aaltjes te gebruiken, kunnen komkommertelers de nood aan chemische interventies verminderen. In het geval van de aanwezigheid van de Zuidelijke groene schildwants (Nezara viridula) wordt de plaag effectief bestreden door de introductie van Trissolcus basalis (Nezapar), een sluipwesp die haar eitjes legt in de eitjes van de Zuidelijke groene schildwants.