Schadebeelden van Fusarium spp.
Fusarium schimmels veroorzaken vaatverwelking, wortel- en/of Stengelrot, bladlaesies, vruchtrot, kopvraat in granen en bederf na de oogst.
Fusarium oxysporum (Fusarium verwelking) is de soort die vaatverwelking veroorzaakt. Aanvankelijk worden de bladeren geel en verwelken ze, meestal aan één kant van de plant. Uiteindelijk verwelkt de hele plant. Andere symptomen zijn bruine verkleuring van de xyleemvaten, wat te zien is als de stengels worden doorgesneden. In bananen kunnen hele plantages afsterven en de grond kan vele jaren later niet geschikt zijn voor aanplant.
Gibberella zeae (Fusarium graminearum) (Aarfusarium) (anamorf/teleomorf) veroorzaakt bevochtiging van zaailingen. Aan de voet van de stengel ontstaat een bruine verkleuring. Geïnfecteerde kafjes en korrels worden wit door uitdroging en worden later rozerood door de vorming van sporen. Oorontsteking vermindert de bakkwaliteit van tarwe en de brouwkwaliteit van gerst. Bovendien worden er mycotoxinen geproduceerd, waarvan DON (deoxynivalenol) de bekendste is. De mycotoxinen zijn giftig voor zoogdieren en daarom zijn er maximumgehalten vastgesteld.
Fusarium sambucinum (ook bekend als F. sulphureum) veroorzaakt droogrot bij aardappelen. De rot is aanvankelijk donker en nat. De laesies zijn onregelmatig en scherpgerand. In holtes wordt roze sporulatie zichtbaar.