Trips blijft een hardnekkige uitdaging in de glastuinbouw. Opkomende soorten zoals Thrips parvispinus, Scirtothrips dorsalis en gevestigde soorten zoals Frankliniella occidentalis, Thrips tabaci en Echinothrips americanus blijven schade veroorzaken en virussen verspreiden. Nu chemische bestrijding minder haalbaar wordt, nemen biologische oplossingen zoals roofmijten een centrale plaats in. Eén roofmijt is veelbelovend: Limonica.
Limonica (Amblydromalus limonicus) in Rose - Van de Berg Roses, the Netherlands
Waarom Limonica?
Limonica (Amblydromalus limonicus) is een roofmijt die zich voedt met een breed scala aan plagen, waaronder trips (zowel eerste als tweede stadium larven), wittevlieg eieren, nimfen, en tot op zekere hoogte spintmijten. Door zijn veelzijdigheid en hoge predatiegraad is het een waardevol hulpmiddel in geïntegreerde gewasbeschermingsprogramma's (IPM).
Veldresultaten en prestaties
Limonica is bijzonder effectief gebleken in sierteelt en groenten:
- Trips parvispinus: Proeven van Koppert Spanje laten zien dat Limonica beter presteert dan andere roofmijtensoorten bij de bestrijding van deze agressieve tripsoort.
- Scirtothrips dorsalis: Bekend om zijn snelle verspreiding en schade aan paprika's en aardbeien, wordt deze soort goed bestreden door Limonica vanwege zijn vermogen om zich te voeden met larven in het tweede stadium.
- Frankliniella occidentalis: Limonica vermindert de populaties aanzienlijk, vooral wanneer deze wordt ondersteund met bijvoeding.
Belangrijkste voordelen
- Effectief bij een breed temperatuurbereik, waardoor winter- en zomerintroductie mogelijk zijn.
- Hoog voortplantingsvermogen en snelle populatieopbouw.
- Sterke mobiliteit en aanpassingsvermogen in bedekte teelten.
Dankzij deze eigenschappen kan Limonica zich vroeg vestigen en druk uitoefenen op trips populaties voordat ze hun hoogtepunt bereiken.
Potentieel tegen andere tripsen
Hoewel de meeste gegevens zich momenteel richten op T. parvispinus en S. dorsalis, suggereert de biologie van Limonica een mogelijke effectiviteit tegen:
- Dichromothrips corbetti (Vanda trips)
- Chaetanaphothrips orchidii (Anthurium trips)
- Andere opkomende soorten in de wereldwijde handel
Verdere proeven zijn nodig om de werkzaamheid te bevestigen voor verschillende gewassen en klimaten.
Sterke punten en overwegingen
“Wat Limonica zo bijzonder maakt, is haar vermogen om zich snel te vestigen en zich te richten op zowel eerste als tweede stadium tripslarven, zelfs bij koelere temperaturen,” legt Sarra Bouagga, onderzoeker bij Koppert Spanje, uit. "We hebben gezien dat het vooral goed gedijt tussen 20°C en 25°C, met een verhoogde eileg en voedselactiviteit, maar wat Limonica echt onderscheidt van andere roofmijten is dat het effectief blijft, zelfs als de temperaturen onder of boven dat bereik komen. Dat gezegd hebbende, is het belangrijk om in gedachten te houden dat Limonica niet zo goed presteert in hete, droge omstandigheden of wanneer de luchtvochtigheid daalt tot onder de 65%, dus die factoren moeten echt in overweging worden genomen bij het plannen van je IPM-strategie."
Integratie in IPM
Voor de beste resultaten moet Limonica preventief worden ingezet, ondersteund door aanvullende voeding (bijv. prooimijten) en compatibele biologische bestrijdingsmiddelen zoals, in het geval van paprika, Thripor-L (Orius laevigatus).
Conclusie
Omdat nieuwe tripssoorten telers wereldwijd blijven uitdagen, is de behoefte aan effectieve en duurzame bestrijdingsstrategieën dringender dan ooit. Limonica onderscheidt zich als een zeer goed presterende roofmijt, die in staat is om meerdere tripssoorten en levensstadia aan te pakken. Hoewel verder onderzoek nodig is om het gebruik ervan uit te breiden naar andere gewassen en klimaten, ondersteunt het huidige bewijsmateriaal zijn eerste plaats in moderne IPM-programma's.
