Categorie: Artikel
Publicatiedatum: februari 25, 2021

Robuuste aanpak bladluis in komkommer: beter resultaat, minder correcties

Onze adviseur:

Van_der_Helm-Rinus_van_de_Sande.png

Robuuste aanpak bladluis in komkommer: beter resultaat, minder correcties

Rinus van de Sande: "We hebben met dit systeem minder chemie gebruikt dan vorig jaar."

Plenum was van de markt en toch kon Rinus van de Sande het af zonder één chemische bespuiting tegen katoenluizen. Dat was het afgelopen seizoen, met langdurige hitte en de kans op ernstige uitbraken van deze bladluizen, wel de grootste verrassing.

Rinus van de Sande is verantwoordelijk voor de geïntegreerde gewasbescherming op het bedrijf van Han en Joke van der Helm in Nootdorp. Het komkommerbedrijf teelt op goten, drie teelten per jaar, en werkt met een maximaal biologische gewasbescherming. Rinus zet de bekende basisbestrijders van Koppert tegen de verschillende plaaginsecten in.

Tegen boterbloemluizen en katoenluizen gebruikt hij al jaren de bestrijders Aphipar (de sluipwesp Aphidius colemani), Aphidend (de galmug Aphidoletes aphidimyza) en Ervipar (de sluipwesp Aphidius ervi).

"Op die manier wisten wij de bladluizen er altijd onder te houden. Wat in dat succes meespeelde, was dat we Plenum hadden voor een eventueel noodzakelijke correctie. Dat middel was goed integreerbaar met de biologische aanpak, het ontzag de bestrijders."

Vrees onder komkommertelers

Maar vorig jaar begon bij komkommertelers de vrees toe te slaan: Plenum werd per 31 januari 2020 verboden. "Ja, er heerste zeker een bepaalde vrees", blikt Koppert-consultant Gemma Meyer terug. "Zou de overlast van bladluizen niet uit de hand gaan lopen? Met die vraag liepen veel komkommertelers rond. Voor Koppert was dat aanleiding om aan een nog sterkere biologische aanpak van bladluizen te gaan werken."

Gemma en haar collega Ron Delissen ontwikkelden een aanpak op basis van de bestrijders Aphipar en Aphidend. Met deze combinatie bestonden al veel goede ervaringen in de komkommerteelt.

Van_der_Helm-Van_de_Sande_en_Meyer.png

Een schot in de roos

De crux zat hem in het preventief uitzetten van de twee bestrijders. "Je kunt de eerste bladluizen begin april verwachten. Dan gaat het meestal om de katoenluis", vertelt Rinus. "Dit jaar hebben wij de bestrijders al in het gewas gebracht voordat wij de eerste bladluizen tegenkwamen. We zijn begonnen met één bulkkoker Aphipar à vijfduizend exemplaren per hectare per week, en elke twee weken vijf kokers Aphidend à 1.000 exemplaren per hectare."

De aanpak bleek te werken. Niet alleen omdat Aphipar een specialist is met een sterk zoekgedrag en Aphidend juist makkelijk haarden binnengaat, waardoor de twee elkaar aanvullen. Het was vooral het consequent vasthouden aan de aantallen in te zetten bestrijders en de frequentie dat voor succes zorgde. "De populaties van de bestrijders zijn steeds sterk gebleven; daardoor is er nooit een gat in de bestrijding van de bladluizen gevallen", zegt Rinus. "Ook niet in de afgelopen zomer, met zijn hele warme periodes. Goed beschouwd was het helemaal geen makkelijk jaar als het om de bladluizen gaat. Maar het geadviseerde schema blijkt een schot in de roos te zijn geweest en we hebben minder chemie gebruikt dan vorig jaar."

Van_der_Helm-Gemma_Meyer.png

Succesvolle aanpak

De aanpak was zo goed, dat op het bedrijf van Han en Joke van der Helm geen enkele chemische bespuiting tegen de bladluizen nodig is geweest. Wel was er één correctiebespuiting tegen wantsen met een middel met een bescheiden nevenwerking op bladluizen. Maar daar is het dan ook bij gebleven.

Ook op veel andere bedrijven was de aanpak succesvol. "Van verschillende ondernemers die met dit schema hebben gewerkt, hebben we goede reacties teruggekregen", aldus Gemma Meyer.

Hulp nodig?