Categorie: Artikel
Publicatiedatum: september 15, 2022

Meten is weten, ook in gewasbescherming

Al tientallen jaren zetten telers biologische bestrijders van Koppert uit in hun gewassen om plagen te onderdrukken. Hoe dit uitpakt, is niet altijd goed en snel te zien in het gewas. Analyses van gewasmonsters door de afdeling Samples en Diagnostics geven een scherp beeld van welke beestjes in welke aantallen in het gewas zitten. Nuttige informatie over de effectiviteit van de ingezette biologie.

“We zijn hier in 2015 mee begonnen onder leiding van onderzoeker Anton van der Linden om de consultants te ondersteunen”, vertelt onderzoekster Catherina Kavvadia. Door regelmatige controle van het gewas kun je zien hoe plagen zich ontwikkelen en trends hierin herkennen. Met dat inzicht kunnen telers en hun adviseurs sneller en ook proactief reageren.

Consultants van Koppert en haar distributeurs merkten de laatste jaren dat het door groeiende variatie aan ingezette roofmijten steeds lastiger werd om te kunnen waarnemen wat het effect per bestrijder is. Met tellingen van bijvoorbeeld tripsen via vangplaten alleen loop je echter snel achter de feiten aan, daarom is de afdeling Samples en Diagnostics gestart.

Catherina: “Het is belangrijk dat telers het gewas met regelmaat laten controleren. Daarom maken consultants een planning van monsternames bij hun klanten, die ze aan het begin van het seizoen met ons delen.” Ze geeft aan dat zij binnen enkele dagen een monster kunnen analyseren, waarbij ze zowel soorten identificeren alle aanwezige organismen kwantificeren. “Die informatie helpt om te beoordelen of de gekozen inzetstrategie in de IPM-aanpak effectief is.”

Catherina werkt inmiddels vijf jaar bij Koppert en heeft door haar ervaring en goede opleiding afgelopen jaren vanuit Anton en ook door het volgen van diverse specifieke opleidingen, veel kennis opgedaan van plagen en natuurlijke vijanden. De afdeling bestaat verder uit Onne Isfordink, die afgelopen najaar als opvolger van Anton van der Linden bij Koppert binnenkwam. Hij is net afgestudeerd als bioloog en heeft daarnaast een master Entomologie op zak. Met het vertrek van Anton ging weliswaar veel ervaring weg, maar de personele bezetting is nu weer op sterkte in kennis en capaciteit en klaar voor uitbreiding van activiteiten in zowel de bedekte als onbedekte teelten. De afgelopen jaren werden al flinke stappen gezet door werkwijzen en registraties vast te leggen in protocollen. Dat is van belang voor het opbouwen van een toegankelijke database voor consultants en telers om de trends in plagen en bestrijders te kunnen volgen.

Spoelmonsters maken

Catherina en Onne kunnen enthousiast vertellen over hun werk en wat zij daarin tegenkomen. Een belangrijk onderdeel is het determineren op basis van spoelmonsters. De monsters die de onderzoekers in Berkel en Rodenrijs in witte emmers krijgen aangeleverd bestaan uit een aantal vers geknipte takken uit het gewas van de betreffende teler. Eerst wordt het plantmateriaal in gelijke groottes geknipt, daarna spoelen ze dit een tijd met heet water om de tripsen, roofmijten en andere diertjes te doden en los te maken van het plantmateriaal. Daarna kunnen zij door herhaaldelijk te zeven de tripsen en roofmijten isoleren en onderzoeken onder de microscoop.

Spoelmonsters leveren veel hogere aantallen insecten op dan visuele tellingen in het gewas en zijn daarom betrouwbaarder. “Door bestudering onder de microscoop determineren wij de vondsten via een determineersleutel. Dat is vooral een kwestie van gestructureerd uitsluiten van soorten aan de hand van kenmerken”, verduidelijkt Onne.

Dat het nog niet zo makkelijk is blijkt wel uit de ervaring dat zij geregeld een monster krijgen doorgestuurd van R&D, vanwege twijfel over een bepaalde trips of mijt. “Dit kan ook een heel nieuw, onbekend beestje betreffen. “Bekende soorten kunnen ook deels van uiterlijk en gedrag veranderen en daarom niet meteen herkend worden. Dat ondervonden we laatst met een bladluis die alle kenmerken van de Groene perzikluis heeft, maar iets anders van kleur is en minder gevoelig lijkt te zijn voor chemische middelen.” Verder onderzoek is nodig om vast te stellen wat hier aan de hand is.

Grafiek per teler

Catherina en Onne zien hun werk als een belangrijke vorm van data verzamelen en ontsluiten. Bijvoorbeeld in de vorm van uitslagen met tellingen en soort-bepalingen en grafieken voor telers, op basis van hun eigen monsters, waarmee ze een actueel inzicht krijgen in hun gewassituatie.

De waarde van de database waar Catherina sinds 2017 aan werkt, reikt echter veel verder; zeker door de snelle groei van het gebruik van natuurlijke vijanden en dus van Koppert is het uitwisselen van informatie en expertise nog belangrijker geworden.

Catherina: “Door de informatie in meerdere gewasgroepen en landen goed te ontsluiten kunnen onze consultants en telers waar dan ook hun voordeel ermee doen. Na de bedekte teelten ontwikkelt de biologische gewasbescherming zich ook sterk in buitenteelten als vollegrondsgroenten en zachtfruit. Daar ontstaat ook behoefte aan monitoring. Juist in de lerende fase zijn data cruciaal.”

Onne benadrukt dat hun afdeling zich beperkt tot het leveren van harde data, zonder interpretaties. “Consultants moeten zelf beoordelen welke acties zij moeten nemen. Er zijn immers zoveel omstandigheden en parameters die een rol spelen, zoals temperatuur, de inzet van andere middelen en de voorgeschiedenis in een teelt.”

Het tweetal van Samples en Diagnostics laat graag weten welke rol ze kunnen vervullen in het snelgroeiende bedrijf en benadrukt dat ze iedereen bij Koppert willen ondersteunen met hun service en kennis. ‘Stuur een monster op en wij gaan aan de slag’, is hun devies.