Categorie: Teeltadvies
Publicatiedatum: mei 19, 2015

Limonica jaagt chemie tegen trips de showkas uit

Bestrijders waren bij Könst Alstroemeria al langere tijd in gebruik tegen trips, maar afdoende waren zij nog niet. Tot de onderneming in 2012 Limonica in gebruik nam. Weinig bedrijven zullen trips zo snel met de witte vlag hebben zien wapperen.

Könst Alstroemeria is een bedrijf dat in Nieuwveen op 13.000 m² Alstroemeria en Zantedeschia veredelt en vermeerdert. De afdeling veredeling werkt permanent aan enkele honderden potentiële nieuwe rassen. De afdeling vermeerdering kweekt jonge plantjes en levert deze aan telers in ongeveer 45 landen. De onderneming besteedt veel werk aan de kwaliteit van de producten. Het bedrijf heeft MPS-A en is Elite-gecertificeerd. Dit betekent dat elk plantje dat het bedrijf verlaat vrij is van insecten en schimmels. Het certificaat komt Könst niet aanwaaien, want keurmeesters van de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit controleren élke partij die Nederland gaat verlaten.

Cucumeris en swirskiiGewasspecialist Peter van den Berg is onder meer verantwoordelijk voor de biologische gewasbescherming. Rond de eeuwwisseling ging de onderneming ermee van start in de eigen showkas. Daar worden de nieuwste cultivars geteeld en kunnen de relaties deze
bekijken en beoordelen. “Het draaide toen vooral om trips. Teeltbegeleider Jan van Winden van Horticoop, onze leverancier van onder meer bestrijders, kwam met Neoseiulus cucumeris (Thripex). Vijf jaar later kwam Swirski-Mite erbij.”

De bestrijders deden hun werk, maar chemische bespuitingen bleven nodig. “We moesten het vak ook nog leren”, zegt Peter. “Soms waren we gewoon veel te laat met inzetten; dan liepen we met onze bestrijders heel simpel achter de feiten aan. We moesten het systeem nog onder de knie zien te krijgen.”

Een belangrijk resultaat
In overleg met Jan van Winden en consultant Jenette Douma van Koppert zette Peter in 2011 bij wijze van proef in twee bedjes de nieuwe roofmijt Amblydromalus limonicus in, oftewel Limonica.“Het was een proef met een belangrijk resultaat. We zagen de roofmijt snel na het inzetten ongekend massaal in het gewas verschijnen. Een heel verschil met Swirski-Mite.”

In 2012 ging Van den Berg een stap verder. Hij organiseerde een vergelijking tussen de twee roofmijten, door ze in week 11 allebei op een oppervlakte van 800 m² (twee kappen) in te zetten. “Ook in 2012 waren we aan de late kant, waardoor een gat in de tripsbestrijding was gevallen. Het resultaat was hetzelfde: Limonica zagen we volop en overal, Swirski-Mite was in lagere aantallen terug te vinden.”

Limonica in de hoofdrol
In 2013 werd Limonica bij Könst Alstroemeria de sterspeler in de tripsbestrijding. Nu werd de bestrijder op tijd ingezet; vanaf week 6 elke vier weken, na week 26 elke twee weken. In 2014 hield Van den Berg deze werkwijze vast en kreeg Limonica opnieuw de hoofdrol. Hij werd met een Mini-Airbug in het gewas gebracht. De dosering, omgerekend naar een week, is ongeveer 50 stuks per vierkante meter. “Sindsdien zet ik Limonica soms plaatselijk elke week uit, als er ergens een hoekje is dat ik niet vertrouw. Ook als de tripspopulatie zijn piek bereikt, rond week 33, gaan er extra Limonica roofmijten het gewas in.”

Trips keurig onder controle
Maar het resultaat, hoe zit het daarmee? Wat doet Limonica tegen trips in de Alstroemeria’s van Könst? Goed beschouwd alles wat de bestrijder moet doen. Want sinds 2011 heeft de onderneming overal waar Limonica wordt ingezet geen last meer van trips. De laatste twee jaar zijn tegen trips geen chemische bestrijdingen meer nodig geweest. Het plaaginsect blijft keurig onder controle. Zelden heeft trips zich zo snel laten overmeesteren. Peter van den Berg gaat uiteraard door met Limonica. Hij denkt dat de bestrijder op kostenniveau goed met chemie kan concurreren. Amblydromalus limonicus brengt hem ook nog gemak. “Bespuitingen moeten altijd ‘s ochtends vroeg of ‘s avonds plaatsvinden. Dat is dus ook verleden tijd.”

Aanbevolen voor jou