Categorie: Artikel
Publicatiedatum: oktober 04, 2017

“Limonica tegen Thrips setosus ontzorgt mij”

In 2016 moest Bibo in Aalsmeer nog veel chemie gebruiken om in de snijhortensia’s Thrips setosus onder de duim te houden. Dit jaar is het beeld heel anders: de roofmijt Amblydromalus limonicus is erg effectief. “En dat ontzorgt mij.”

Bibo Flowers is één van de vijf bedrijven die deelnemen in Kopperts pilot project waarin een biologische aanpak van Thrips setosus wordt ontwikkeld. Aan de Rietwijkeroordweg in Aalsmeer produceert de onderneming op 23.000 m² snijhortensia’s. “Onze ervaringen met de biologische gewasbescherming zijn altijd erg goed geweest. Daarom zijn we er ook in de snijhortensia’s mee begonnen”, vertelt Frans, mede-eigenaar van Bibo, eind september. Maar het begin, vorig jaar, viel nog niet mee. De spint bleef goed onder controle met de roofmijten Neoseiulus californicus (Spical) en Phytoseiulus persimilis (Spidex). “Thrips setosus was echter een heel ander verhaal. Zeg maar gerust dat het een ramp was: we moesten er steeds weer met chemische middelen vol tegenaan.”

Limonica bedrijfsbreed

Frans en Rianne Lek in de snijhortensia’s. Het pilot project van Koppert levert aansprekende resultaten op.

Frans aarzelde dan ook niet toen Koppert-consultant Rianne Lek hem vroeg om mee te doen in de pilot. De ondernemer besloot om dan maar meteen op het hele bedrijf Limonica te gaan gebruiken. Een uitzondering zijn twee nieuwbouwafdelingen van samen 5.000 m², die in mei zijn opgestart, daar is gekozen voor een geïntegreerde aanpak. De ervaringen zijn ronduit positief. Nadat de jonge planten op het bedrijf kwamen, zijn zij eind februari één maal chemisch behandeld, zodat het gewas helemaal schoon was. Daarna was het aan Limonica om de klus te klaren. De roofmijt werd van het begin af aan bijgevoerd, om zijn populatie-ontwikkeling een stevige duw in de rug te geven.

Verbazingwekkend goed

Limonica heeft het verbazingwekkend goed gegaan”, zegt Frans. “Thrips setosus is zonder meer beheersbaar gebleven. In vijf van de zeven afdelingen hebben we tot op heden nog niet hoeven te corrigeren. In de andere twee afdelingen hebben we plaatselijk chemisch moeten corrigeren. Maar dat was pas recent, in september, en met zachte middelen. Daarna konden we Limonica gewoon weer uitzetten. We hebben het met Thrips setosus dus een heel stuk makkelijker gehad dan vorig jaar.”

Begeleiding belangrijk

Het succes met Limonica past in zijn werkwijze en bedrijfsvoering. “De biologische gewasbescherming moet mij ontzorgen”, stelt hij. “Als ik weinig omkijken heb naar plaaginsecten, kan ik mij concentreren op de teelt en de afzet. En schrijf ook maar op dat ik de begeleiding die Koppert biedt erg belangrijk vind. Koppert heeft heel veel kennis en expertise. Dat is hun toegevoegde waarde op de bestrijders. Het maakt de samenwerking erg plezierig.”