Bedrijven die aan het begin van de keten staan zoals veredelaars en vermeerderaars krijgen steeds meer vertrouwen om over te stappen op een IPM aanpak (Integrated Pest Management). De productielocaties van deze bedrijven zijn vooral gevestigd in Oost Afrika. Zij leveren miljoenen stekken aan teeltbedrijven in Europa.
Het is goed om te zien dat sommige bedrijven 100% IPM zijn, met als uitganspunt natuurlijke vijanden en GNO (Gewasbeschermingsmiddelen van Natuurlijke Oorsprong). Het valt op dat moederplanten gezonder, beter en groeikrachtiger zijn. Ook belangrijk is dat de stekken nu minder pesticiden bevatten, hierdoor kunnen de kwekers in Europa makkelijker een populatie van natuurlijke vijanden opbouwen.
Natuurlijk moet er meer worden gescout om een goed beeld te krijgen of de huidige inzet van de biologie wel voldoende is geweest. Elke week kijkt men of de huidige strategie nog effectief is en of aanpassingen nodig zijn. Plagen waar men, bij het toepassen van chemische middelen, eerder nooit last van had kunnen nu eerder de kop op steken. Daarom moet de strategie voor de inzet van natuurlijke vijanden of andere zachte middelen altijd goed worden uitgedacht.
Project Poinsettia
Op dit moment zijn wij met vijf kwekers, twee distribiteurs en één groothandelaar bezig met een project in Poinsettia. Hierbij brengen we in kaart welke chemische middelen worden gebruikt en hoe deze van invloed kunnen zijn op de natuurlijke vijanden. De focus is witte vlieg bestrijding maar ook trips wordt een steeds een groter probleem. Vooral in het begin van de teelt kan trips veel schade geven aan het gewas. Vorig jaar hebben we meerdere soorten trips gevonden waarvan twee soorten elke keer aanwezig waren in de twee wekelijkse spoelmonsters.
Chemische middelen die een negatieve invloed hebben op natuurlijke vijanden proberen wij in overleg met de veredelaar of vermeerderaar, kwekers en groothandel/retail te vervangen door zachte middelen ofwel natuurlijke vijanden. In Poinsettia is momenteel de strategie om sluipwespen, roofmijten en voermijten als natuurlijke bestrijders in te zetten. Vorig jaar zagen we bij de Nederlandse poinsettia kwekers minder roofmijten terug in het gewas. Dit jaar is een heel ander beeld, nu zien we soms wel 5 tot 8 keer zoveel met dezelfde inzet aan roofmijten. Grote kans dat dit te maken heeft met een duidelijke afname van het gebruik van chemische middelen en middelen die minder schadelijk zijn voor natuurlijke vijanden.
Resultaten bij kwekerij Green05 en Stals (i.s.m. met Peter Korten van Vos Capelle) laten zien dat het voor het tweede jaar heel goed gaat met de inzet van biologische gewasbescherming om witte vlieg en trips te bestrijden. Door een intensievere samenwerking tussen de kweker en vermeerderaar op het vlak van biologie krijgen we meer grip op de juiste IPM strategie waardoor de successen direct zichtbaar en meetbaar zijn.
Het poinsettia seizoen verloopt tot op heden naar alle tevredenheid bij kwekerij Wouters met het bestrijden van diverse plagen in de Poinsettia teelt. Zij exporteren planten naar Duitse en Engelse retailers waarbij de eisen erg hoog zijn. Door een intensieve samenwerking met Van Iperen consultant Patrick Smidt zijn er zichtbare stappen gemaakt om de IPM aanpak tot een succes te maken. Om trips aan te pakken is er gekozen voor Entonem, Swirskii en 2 chemische geschikte IPM middelen (alleen aan het begin van de teelt). Voor sciara bestrijding zijn Entonem en Macro-Mite ingezet. Vanwege de nul tolerantie voor witte vlieg Bemisia tabaci vanuit de Engelse retail worden meer biologische bestrijders ingezet, daarom is gekozen voor Swirskii (roofmijt) + voermijten en Enermix (sluipwesp). Doordat hier een goede IPM strategie is bepaald en de stekken minder pesticide/fungicide bevatten krijg je meer grip op het bestrijden van je ziekten en plagen. Zo is IPM een sleutel tot succes.