Wittevliegbestrijding met de sluipwesp Encarsia formosa
Encarsia formosa is een sluipwesp die die wordt ingezet voor de biologische bestrijding van witte vlieg. Encarsia behoort tot de familie van de Aphelinidae. Encarsia formosa is een waardevolle hulp in geïntegreerde gewasbescherming.
Encarsia formosa wordt gebruikt voor de bestrijding van:
- Kaswittevlieg (Trialeurodes vaporariorum)
- Tabakswittevlieg (Bemisia tabaci)
De sluipwesp Encarsia formosa is bij Koppert verkrijgbaar als En-Strip.
Encarsia formosa producten
Hoe te gebruiken Encarsia formosa
De sluipwesp Encarsia formosa is verkrijgbaar op kartonnen strips (En-Strip) en in combinatie met Eretmocerus eremicus (Enermix).
- Open de verpakking voorzichtig in de kas
- Buig en scheur de strips af
- Zorg ervoor dat je de poppen niet aanraakt tijdens het hanteren
- Hang de kaarten in het gewas, indien mogelijk ongeveer 75 cm onder de kop van de plant
- Hang de kaarten niet in direct zonlicht
De dosering van En-Strip of Enermix is afhankelijk van klimaat, gewas en plaagdruk en moet altijd worden aangepast aan de specifieke situatie. Begin met uitzetten preventief kort na het planten van het gewas. Introduceer afhankelijk van de plaagdruk met 1-10 per m2/uitzetting. Introducties moeten worden herhaald totdat controle is bereikt. Bij hogere temperaturen kan het beter zijn om over te schakelen op het gebruik van Enermix of Ercal. Raadpleeg een Koppert-adviseur of een erkende distributeur van Koppert-producten voor advies over de beste strategie voor uw situatie.
Beste omstandigheden voor Encarsia formosa
De sluipwesp Encarsia formosa is het meest effectief bij temperaturen tussen 20°C en 25°C. De minimale temperatuur waarbij je Encarsia nog verantwoord kunt inzetten, ligt rond de 17°C als gemiddelde etmaaltemperatuur. Bij temperaturen onder de 17°C neemt de effectiviteit sterk af en kan de bestrijding onvoldoende zijn.
Gedrag van de sluipwesp Encarsia formosa
Encarsia formosa is een sluipwesp die bekend staat om haar rol in de bestrijding van wittevlieg, vooral de kaswittevlieg (Trialeurodes vaporariorum).
De vrouwelijke sluipwesp legt haar eitjes in de nimfen van de wittevlieg, die vervolgens van binnenuit worden opgegeten. De larven voeden zich met de gastheer, wat leidt tot zijn dood en zo bijdraagt aan de vermindering van het aantal wittevliegen. Ongeveer halverwege de ontwikkeling van de parasitoïde wordt de pop van de gastheer zwart. Geparasiteerde poppen zijn dus gemakkelijk te herkennen.
Encarsia formosa doet aan host feeding. Dit betekent dat het vrouwtje niet alleen haar eitjes legt in de larven van wittevliegen, maar ook actief voedt op de lichaamsvloeistoffen van haar gastheer. Dit gebeurt door de larve van de wittevlieg te verlammen met haar legboor (ovipositor) en vervolgens de lichaamsvloeistoffen op te zuigen.
Levenscyclus en uiterlijk van Encarsia formosa
De ontwikkeling van E. formosa bestaat uit zes stadia: het ei, drie larvenstadia, een popstadium en de volwassen sluipwesp. Al deze stadia, behalve het volwassen insect, bevinden zich in de gastheer (d.w.z. larvenstadium en popstadium van de wittevlieg).
Het vrouwtje kan haar ei in elk larvenstadium van de wittevlieg leggen, maar kiest bij voorkeur het derde en jonge vierde larvenstadium. Dit biedt de beste kans op een succesvolle ontwikkeling. Het ei is 0,08 mm lang en 0,03 mm breed.
Ongeveer halverwege de ontwikkeling van de parasitoïde wordt de pop van de gastheer zwart. Geparasiteerde poppen zijn dus gemakkelijk te herkennen. Het zwart worden kan echter ook uitgesteld worden, in dat geval blijft de larve tijdens de hele ontwikkeling zichtbaar. Zodra de tabakswittevlieg geparasiteerd is, blijft de pop transparant tot bruin van kleur.
Wanneer de sluipwesp volgroeid is, eet ze een rond gat in de pophuid. Het duurt enkele uren voordat de sluipwesp zich uit de pop bevrijdt. De vrouwelijke sluipwesp is ongeveer 0,6 mm lang, met een kop die donkerbruin tot zwart van kleur is, een donkerbruin tot zwart borststuk en een geel achterlijf. Het mannetje is helemaal zwart.
