Categorie: Artikel
Publicatiedatum: oktober 04, 2017

IPM in aardbei: van losse bouwstenen naar een robuust systeem

Steeds meer Nederlandse telers van aardbeien zien zichzelf voor een uitdaging gesteld. De afhankelijkheid van chemische middelen is hoog, maar de middelen richten steeds minder uit. Het moet dus anders. Gelukkig zijn er al alternatieve mogelijkheden. Samen met telers werkt Koppert nu aan de ontwikkeling van een compleet systeem voor biologische gewasbescherming.

Dat vertellen de consultants Guido Roozemond (zachtfruit) en Mark van der Werf (NatuGro en zachtfruit). Zij zien in de praktijk dat telers vastlopen met de chemische aanpak. “Zij gebruiken veel middelen, maar zien zelf dat zij daar niet verder mee komen. Het middelenpakket wordt smaller, de overheid beperkt het aantal toegestane toepassingen en de werking van de middelen neemt af door resistenties”, aldus Guido. “Daarom groeit hun belangstelling voor de biologische gewasbescherming snel.” Die belangstelling komt niet alleen uit de productie (kassen, stellingen, tunnels, vollegrond), maar ook uit de opkweek, een sector met een stevige positie in Europa. In de aardbeiproductie veroorzaken trips en witte vlieg de grootste problemen, in de opkweek hebben de telers met wortelziekten als Phytophthora te maken, die zich ook nog bij de start van de productie kunnen voordoen.

Korte teeltduur

De biologische gewasbescherming staat in aardbei en ander zachtfruit nog in de kinderschoenen. Daarin spelen verschillende factoren een rol. Zo zijn de kastemperaturen in de aardbeienteelt lager dan bij de vruchtgroenten en veel bestrijders hebben flinke temperaturen nodig. Daarnaast kijken de veredelaars nog weinig naar weerstand en resistenties, de focus ligt op productie en smaak. Guido Roozemond: “De korte teeltduur maakt het bovendien lastig om goede populaties van bestrijders op te bouwen. De teelt van doordragers daarentegen kenmerkt zich door een hogere plaagdruk doordat de bedrijven jaarrond ‘groen’ zijn, waardoor plagen als trips zich continu blijven vermeerderen. Dit biedt aan de andere kant juist weer mogelijkheden om populaties biologische bestrijders op te bouwen in het gewas.” Telers die de chemie toch willen vermijden, en dat zijn er steeds meer, kiezen daarom voor een combinatie van maatregelen: vangplaten, groene middelen en bestrijders. Dat zijn de roofmijt Amblydromalus limonicus (Limonica) tegen witte vlieg en trips en de roofwants Orius laevigatus (Thripor-L) tegen trips.

Volop winst, nieuwe kennis

Er is nog volop winst te behalen in het gevecht tegen de chemie. Dat stellen de consultants Guido Roozemond (rechts) en Mark van der Werf.

De twee consultants zijn ervan overtuigd dat er voor de Nederlandse aardbeientelers nog volop winst is te behalen. Zij wijzen naar Engeland. Daar zijn minder chemische middelen beschikbaar dan in Nederland en doen de telers al veel meer met alternatieve manieren om hun gewassen te beschermen. Wat daar kan, moet in Nederland ook kunnen. Koppert werkt er daarom hard aan om alle kennis binnen de onderneming te bundelen en nieuwe kennis te ontwikkelen. Die kennis kan overigens ook uit landen elders in Europa of zelfs van buiten Europa komen. De coördinatie vindt plaats in het internationale gewasteam zachtfruit.

Sleutelrol voor NatuGro

Voor NatuGro is een belangrijke rol weggelegd. Mark van der Werf: “Met NatuGro kunnen problemen in het wortelmilieu met minstens even veel succes worden opgelost als met chemische middelen. Dat hebben we in de praktijk al vaak gezien. NatuGro kan een sleutelrol spelen, want niet alleen krijgen pathogenen uit de bodem veel minder ruimte, de plant wordt ook sterker van de behandelingen met NatuGro.” Dat maakt de plant minder vatbaar voor een aantasting van trips en witte vlieg, waardoor het voor de bestrijders makkelijker wordt om deze plaaginsecten goed onder de duim te houden en de teler chemische ingrepen kan vermijden.

Naar een totaaloplossing

Samen met onder meer twee innoverende aardbeibedrijven werkt Koppert aan een totaaloplossing. Voor dat doel heeft het bedrijf overigens alles al in huis. Guido Roozemond: “We hebben Natupol Excel voor de bestuiving, NatuGro voor een betere weerbaarheid van plant en bodem en Horiver vangplaten, bestrijders en aaltjes tegen plaaginsecten. Bouwstenen genoeg dus. Nu is het zaak die bouwstenen zo op en aan elkaar te leggen dat er een compleet en robuust systeem ontstaat. Daar werken we hard aan, want steeds meer telers zijn bereid in alternatieven voor de chemie te investeren en vragen ons ook naar die alternatieven.”