Categorie: Artikel
Publicatiedatum: juni 10, 2020

Nieuw optimisme in het Nederlandse zachtfruit

Onze adviseur:

Lisa_Broekhuizen_Koppert_Biological_Systems-9.20190927113742583.jpg

Nieuw optimisme in het Nederlandse zachtfruit

De Nederlandse zachtfruitsector werkt hard aan het verduurzamen van de teelt. Elke teler is er wel op de een of andere manier mee bezig. Goed nieuws, want het aantal chemische middelen neemt snel af en alternatieve manieren om de gewassen te beschermen zijn hard nodig.

Iets meer dan twee jaar geleden, in oktober 2017, luidde aardbeienteler Michiel Penninx uit Helenaveen in Groenten&Fruit de noodklok. De gewasbescherming met chemische middelen loopt in de zachtfruitsector dood, stelde hij. Het moest anders, het was hoog tijd voor een samenhangende bestrijding van plaaginsecten, bodempathogenen en schadelijke schimmels, en dit met zo min mogelijk chemische middelen. Het ontbrak echter bij telers aan voldoende kennis om een robuust systeem te realiseren.

De Brabantse telers wees op de risico's. Immers, de supermarkten stelden steeds hogere eisen, een zaak als de fipronilaffaire (toen in het nieuws) kon zich elders ook zomaar voordoen en bovendien gaven de concurrentieverhoudingen geen reden tot optimisme. Zo wisten telers in Spanje, Marokko en Egypte al heel goed kwaliteitsaardbeien te produceren en hadden deze telers soms al een voorsprong op het vlak van de biologische gewasbescherming en het sturen op de plantweerbaarheid.

Het moet anders

De waarschuwing van Penninx (en hij stond daarin niet alleen) heeft effect gehad. Want inmiddels zijn zachtfruittelers druk bezig om hun teelt te verduurzamen. Dat vertelt Lisa Broekhuizen. Bij Koppert is zij consultant voor de gewassen braam, framboos, rode bes, blauwe bes en aardbeien.

"Er vallen voortdurend middelen wegen er komen nauwelijks vervangende middelen bij. Die moeten immers èn effectief zijn, èn selectief, èn zij mogen de opgebouwde biologie niet verstoren. Bovendien is voor elk nieuw middel voor elk gewas in bijna elk land een aparte en kostbare toelatingsprocedure noodzakelijk. Begrijpelijk dat de telers van dat front nauwelijks nog oplossingen mogen verwachten. Wel komen er af en toe biologische middelen bij. Maar dat doet niets af aan de conclusie: het moet anders."

Bestrijders en technieken

Gelukkig blijkt het ook anders te kunnen. Zo gebruiken al veel telers de galmuggen van Koppert tegen de bladluizen in hun gewassen. Daarnaast weten de telers spint al goed met bestrijders onder de duim te houden. En de roofmijt Amblydromalus limonicus (Limonica) doet het goed tegen trips en wittevlieg, zeker als hij wordt bijgevoerd met voermijten en zijn populatie makkelijker opbouwt.

Koppert werkt niet alleen hard aan de verspreiding van kennis in de zachtfruitsector en, niet te vergeten, aan de ontwikkeling van nieuwe bestrijders voor die sector. Ook op andere manieren werkt het bedrijf aan versterking van de biologie in het zachtfruit. Zo ontwikkelt de onderneming technieken waarmee telers van aardbei in de verschillende teeltsystemen bestrijders makkelijker kunnen introduceren. Dat is belangrijk, want dat introduceren kost nu veel arbeid en dus geld en kan de vooruitgang remmen.

Ook werkt Koppert aan alternatieve oplossingen voor middelen die uit de markt gaan. Zo versterken Trianum en Vidi-Parva de gewasweerbaarheid. Een sterker en weerbaarder gewas is beter gewapend tegen bodempathogenen, plaaginsecten en schimmelziekten.

Veel kansen en mogelijkheden

"De zachtfruitsector is een jonge markt", stelt Lisa vast, "dat maakt hem heel uitdagend. De telers weten dat het anders moet. Zij werken graag mee aan nieuw onderzoek en ze zijn bereid om te investeren in de non-chemische gewasbescherming. Bijna dagelijks is er vraag naar kennis en begeleiding. Kortom, er zijn veel kansen en mogelijkheden en de inspanningen gaan zich op den duur zeker uitbetalen. Ja, je kunt zeggen dat er sprake is van nieuw optimisme in de sector."

Hulp nodig?