De tuinbouwsector moet de consument beter gaan informeren
"Een bedrijf moet zelf goed kunnen scouten, dat is een onmisbare basisvaardigheid en een voorwaarde voor succes met de biologische gewasbescherming, "stelt Jan van Winden van Horticoop.
"Je moet een bedrijf het scouten leren. Want goed scouten is de eerste voorwaarde voor succes in de biologische gewasbescherming." Voor Jan van Winden was het geven van opleidingen en cursussen één van de leukste aspecten van zijn werk als adviseur geïntegreerde gewasbescherming bij Horticoop. Over enkele maanden gaat hij met pensioen.
Jan van Winden volgde ooit de tuinbouwschool in Berkel en Rodenrijs. Daarna ging hij meteen aan de slag bij zijn eerste baas, een tuinbouwbedrijf met de gewassen Cymbidium, anjer en komkommer. In de avonduren volgde hij aanvullende opleidingen: boekhouden, bloemsierkunst en middenstand. De op een tuinbouwbedrijf geboren Van Winden werd vervolgens bedrijfsleider op een potplantenbedrijf. Dertien jaar later stapte hij over naar Coöperatie Pijnacker, dat via fusies opging in Horticoop. Jan: "Eerst kwam ik nog in de winkel te werken, maar een jaar later werd ik adviseur voor de geïntegreerde gewasbescherming. Bleiswijk was het centrum van mijn werkgebied. Het was in de tijd dat er nog maar zeven of acht bestrijders op de markt waren." Van Zuid-Holland verkaste hij naar Medemblik ("Dat is geen dorp, maar een stad") van waaruit hij met name Noord-Hollandse telers begeleidde.
De breedte in
Daar ging Jan van Winden de breedte in. Want ging het eerst (zoals overal) om groentetelers die hun eerste stappen zetten op het pad van de biologische gewasbescherming, later kwamen daar de siertelers bij, maar ook de buitenteelten en - in het geval van Jan - ook de veredelingsbedrijven, waarvan er veel in Noord-Holland gevestigd zijn. Hij somt een flink handjevol namen op van veredelingsbedrijven waar hij kind aan huis is.
Een onmisbare basisvaardigheid
De nadruk lag uiteraard allereerst op het scouten in de kassen en het adviseren van de ondernemers. Maar naarmate meer kennis van de biologische gewasbescherming beschikbaar kwam, werd het opleidingsaspect belangrijker. "Ik heb aan veel bedrijven trainingen en cursussen gegeven. Dat heb ik altijd een leuk aspect van mijn werk gevonden. Het was en is ook belangrijk: een bedrijf moet zelf goed kunnen scouten, dat is een onmisbare basisvaardigheid en een voorwaarde voor succes met de biologische gewasbescherming."
Dezelfde tuinbouwpraktijk
Hij kijkt met genoegen terug op de samenwerking met Koppert. Vele malen werkten hij en medewerkers van Koppert samen aan problemen en nieuwe producten, vooral in de sierteelt. De twee bedrijven hebben altijd goed samengewerkt, zegt hij. "Dat is ook logisch, je bent allebei in de weer voor dezelfde tuinbouwpraktijk." Uitdagingen zijn er nog genoeg, aldus Jan. "Wolluis, schildluis en cicaden zijn erg lastige jongens. Als Koppert erin slaagt daar goede oplossingen voor te vinden, is de biologische gewasbescherming weer een stuk verder."
Take it or leave it
Net als Jan Hoogstrate (zie het interview met hem op pagina 10) is ook Jan van Winden van mening dat zuinigheid niet altijd verstandig is. "Er zijn ondernemers die daar een te groot punt van maken. Maar het kan soms niet anders: je moet voldoende bestrijders inzetten om eff ectiviteit en dus succes mogelijk te maken." Als hij bij zulke ondernemers over de vloer kwam, had Jan Van Winden een duidelijk standpunt: take it or leave it. "Als ze mijn advies niet wilden opvolgen, trok ik mijn handen er vanaf. Dat kon ook niet anders; je kunt immers niet verantwoordelijk zijn voor een halfslachtige strategie waarvan je de mislukking al van tevoren ziet aankomen. Maar vaak was het niet nodig om het zo hard te spelen en kreeg ik de ondernemer op andere gedachten."
Meer informatie naar de consument
Met drie kinderen en vier kleinkinderen, het lidmaat schap van het koor Four Winds uit Oostwoud en vrijwilligerswerk (Jan begeleidt bedevaarten die het bisdom Haarlem organiseert en wordt binnenkort huiskamerhulp voor demente bejaarden) is hij niet bang dat hij zich straks zal vervelen. "De tijd komt heus wel vol", zegt hij. Hij zou nog wel eens in een supermarkt met een grote groenteafdeling willen staan. Om daar de consumenten het hele verhaal van de biologische gewasbescherming te kunnen vertellen. Hoe het precies zit met voedselveiligheid, hoe die gewasbescherming werkt, waar de knelpunten zitten, en welke perspectieven aan de horizon wenken. "De consument weet er nog veel te weinig van. Ik vind dat de tuinbouwsector daar meer energie in moet stoppen."