Bruinrot is een van de schadelijkste ziekten voor steenvruchten zoals perzik, nectarine, abrikoos, kers en pruim. Vooral tijdens de opslag na de oogst kunnen grote verliezen optreden.
Symptomen op rijpende perziken en nectarines zijn eerst zichtbaar als kleine, cirkelvormige vlekjes die groter worden of samenvloeien. Deze plekken nemen op rijpe vruchten snel toe. Wanneer de klimaatomstandigheden de ziekteontwikkeling bevorderen, kunnen rijpe vruchten binnen twee dagen volledig rot zijn.
Monilinia overwintert als mycelium in gevallen, besmette vruchten of in tumoren op scheuten. Conidiën (sporen) die zich in de tumoren hebben gevormd, besmetten het gewas in het voorjaar. Monilinia spp. kunnen verschillende plantenorganen besmetten, waardoor vruchtrot, stengelrot en bruinrot in onrijpe en rijpe vruchten ontstaat. Van al deze organen zijn de rijpe vruchten de meest gevoelige fase. Gaatjes of kleine scheurtjes op de vruchten, veroorzaakt door hagel, vogels of machines tijdens de oogst, zijn de belangrijkste toegangspunten voor Monilinia, maar sommige Monilinia-soorten kunnen ook via natuurlijke openingen zoals huidmondjes binnendringen. De schade hangt af van de weersomstandigheden maar de verliezen zijn met name aanzienlijk bij een hoge luchtvochtigheid, warme temperaturen en overvloedige regenval vóór de oogst.
Monilinia komt voor in alle fruitsoorten, maar vaker in steenvruchten (zoals perziken en kersen) dan in appels en peren.
De belangrijkste maatregel om verdere besmetting te voorkomen, is het terrein schoonhouden en de besmette vruchten regelmatig verwijderen. De vruchten in de opslag moeten regelmatig worden geïnspecteerd op Monilinia. Besmette vruchten zijn niet meer houdbaar en besmetten de omliggende vruchten. Het is belangrijk om besmette vruchten zo snel mogelijk te verwijderen. De infectie kan zich verspreiden naar gezonde vruchten en de hele kist kan binnen korte tijd gaan rotten. De relatief lange incidentieperiode, van bloei tot na de oogst, kan leiden tot de opbouw van ziektedruk tijdens het groeiseizoen. Met een regelmatig (geïntegreerd) preventief spuitschema kan een verhoging van de ziektedruk tijdens de teelt onder controle worden gehouden en wordt ervoor gezorgd dat er tijdens de opslagperiode minder besmettingen optreden.
