Levenscyclus en uiterlijk van de buxusmot
Het vrouwtje van de buxusmot (Cydalima perspectalis) zet haar eieren af op de bladeren van buxusstruiken in clusters van 5 tot 20 stuks, als doorschijnende geleiachtige massa. De lichtgroene rupsen hebben zwarte strepen met witte stippen en haren en een zwarte kop. Afhankelijk van omstandigheden als daglengte, temperatuur en voedselbron doorlopen de rupsen vijf tot zeven ontwikkelingsstadia.
De poppen zitten verborgen tussen de bladeren en zijn lastig te vinden. Aan het begin zijn de poppen groen met bruine lengtestrepen. Tegen het einde van het popstadium worden ze lichtbruin met een donker patroon.
Er zijn twee varianten van de adult. De meest voorkomende is grotendeels wit met een regenboogachtige gloed, met een donkerbruine band aan de buitenrand en een karakteristieke witte vlek op de voorvleugel. De andere variant is grotendeels lichtbruin met een witte vlek op de voorvleugels. De volwassen motten zijn goede vliegers. Overdag rusten ze op de buxusstruiken of op andere planten in de buurt. De buxusmot (Cydalima perspectalis) heeft een obligate diapauze van zes tot acht weken. Afhankelijk van de daglengte kunnen ze in het vierde of vijfde stadium in diapauze gaan.