Bolchrysant, klaar voor de toekomst
De teelt van de bolchrysant is voor dit jaar alweer achter de rug. Op het gebied van gewasbescherming hebben we dit seizoen een interessante ervaring opgedaan. Goed om even terug te kijken en bij stil te staan. Bij kwekerij Aarninkhof uit Denekamp zijn de bolchrysanten dit jaar volgens een geïntegreerd gewasbeschermingsprogramma gekweekt.
Kweker Gerrit Aarninkhof kwam zelf met het idee om dit te gaan proberen, omdat hij ziet dat steeds minder chemische gewasbeschermingsmiddelen zijn toegestaan en klanten in toenemende mate vragen om een meer biologische vorm van gewasbescherming. Klanten worden kritischer en vragen steeds vaker waar planten mee behandeld zijn. Op tijd nieuwe ervaringen opdoen en experimenteren met een andere aanpak is dus van groot belang.
Vanuit Van Iperen verzorg ik het technische advies op deze kwekerij en heb ik, in samenwerking met Koppert, deze teelt en de uitdagingen nauwkeurig in kaart gebracht. Op basis van deze analyse is een plan op maat gemaakt voor kwekerij Aarninkhof. Voor het inzetten van de roofmijten is gebruik gemaakt van de Airbug van Koppert, een handverblazer met een groot bereik. Hiermee worden de roofmijten Montdomite, Spidex en Carpoglyphus lactis (CL) voedermijten probleemloos verdeeld.
Een belangrijk aspect in deze teelt is kostenbeheersing vanwege de lage marges. In de eerste vijf weken van de teelt staan de planten nog pot aan pot, dus veel potten op een kleine oppervlakte. Dit gaf ons de mogelijkheid om veel natuurlijke vijanden in te zetten met weinig strooiverlies, een maximaal rendement en relatief lage kosten per m2. Dit geldt voor alle ingezette natuurlijke vijanden, ook voor de sluipwespen tegen luis Aphipar en mineervlieg Miglyphus. Kort voor het uitzetten van de planten op de eindafstand werd er nog een verhoogde dosering van roofmijten ingezet, wat rust gaf in de eerstvolgende weken van de teelt. Na het uitzetten van de planten is er wekelijks gekeken waaraan behoefte was voor een optimale bestrijding. Soms werd er alleen bijgevoerd met voedermijten. Soms werden er over het geheel nog weer roofmijten en voedermijten ingezet. Soms werd er even niks gedaan, bijvoorbeeld in een zeer warme periode. Door de intensieve begeleiding is er maatwerk geleverd en zijn de kosten beheersbaar gebleven.
Gedurende de teelt zijn alle plagen onder controle gebleven. Aan het einde van de teelt waren de gewassen vrij van plagen. Door een minimale inzet van sluipwespen tegen luis is er veel parasitering ontstaan en werd er een eigen populatie sluipwespen opgebouwd. Voor luis en rups is het maar één keer nodig geweest om te corrigeren gedurende de gehele teelt. Het werd even spannend met de luis, waardoor het risico te groot was om geen correctie uit te voeren. Een nadeel hiervan was dat de opbouw van sluipwespen werd stopgezet.
Met betrekking tot de schimmelbestrijding is er onder andere gebruik gemaakt van een plant activator. Deze schakelt het afweermechanisme van de plant in tegen een breed scala aan pathogenen. Daarnaast is regelmatig een biologische fungicide op basis van Bacillus Subtilus die ook een zeer brede werking kent toegepast. Ook gedurende de teelt zijn verder geen problemen ontstaan met schimmels.
Er kan terug gekeken worden op een mooi project met een succesvolle aanpak, die klaar is om in de toekomst ingezet te kunnen worden.
Patrick Smit, consultant Van Iperen