BERKEL EN RODENRIJS – Koppert Biological Systems viert dit jaar haar 50-jarig bestaan. Directeuren Henri Oosthoek en Paul Koppert gaven donderdag het startsein voor het jubileumjaar op het hoofdkantoor in Berkel en Rodenrijs tijdens een feestelijke bijeenkomst voor de medewerkers.
Met verschillende activiteiten wordt het komende jaar het jubileum gevierd. Zo is er een open dag op het hoofdkantoor en organiseert het familiebedrijf in september een symposium met toonaangevende sprekers.
In de afgelopen vijftig jaar is Koppert uitgegroeid tot wereldmarktleider biologische gewasbescherming voor de bedekte teelten. Sinds grondlegger Jan Koppert in 1967 van start ging met de roofmijt Phytoseiulus persimilis is de onderneming uitgegroeid tot een multinational met een jaaromzet van 190 miljoen euro en 1.200 medewerkers in 26 landen, waaronder markten als China, Brazilië, de Verenigde Staten en Rusland. Het bedrijf exporteert naar ruim 90 landen.
De natuurlijke oplossingen van Koppert tegen plagen en ziekten in de tuinbouw worden overal ter wereld ingezet. Sinds kort produceert het bedrijf ook voor de buitenteelt microbiologische organismen zoals schimmels en bacteriën, die de weerbaarheid van gewassen vergroten en de biodiversiteit en voedselrijkdom van de bodem versterken. Het bedrijf ziet dit als een enorme groeimarkt.
,,Kunstmest en chemische gewasbescherming zijn te dominant aanwezig geweest in de afgelopen jaren, waardoor het bodemleven is aangetast. Dat moet anders en daar kunnen ook schimmels en bacteriën een grote bijdrage aan leveren,” stelt Paul Koppert. ,,Micro-organismen zijn lang onderschat geweest. Ze kunnen niet alleen bescherming bieden tegen ziektes en plagen, maar ook de bodem gezonder en voedselrijker maken, zodat het gebruik van kunstmest fors kan afnemen. Dat is een belangrijke factor in de toekomstige land- en tuinbouw.”
Het gebruik van chemische gewasbescherming kan in de buitenteelt fors omlaag, stelt het bedrijf. ,,Wereldwijd komt er steeds meer vraag naar kwalitatief goed en veilig voedsel,” zegt Henri Oosthoek. “We moeten naar een land- en tuinbouw die niet met de natuur in strijd is, maar juist met de natuur samenwerkt. Met als uitkomsten meer, beter en veiliger voedsel en minder druk op het milieu. Daar proberen wij elke dag aan bij te dragen.”