Het inzetten van hommels is ideaal voor de bestuiving van tomaat. De Pollination Checklist van Koppert geeft weer hoe de beste bestuiving gerealiseerd kan worden.
Voor de bestuiving bijt een hommel zich vast aan de bloem en brengt de bloem in trilling (buzz-pollination). De afdrukken van de kaken op de bloem (beetmerken) verkleuren binnen 1 tot 4 uur bruin, en maken het mogelijk om de bestuiving en het werk van de hommels te controleren. Bij 1 bezoek wordt voldoende stuifmeel overgebracht voor de bestuiving. Vruchtzetting vindt plaats nadat een bloem bestoven is.
De bloem moet bestoven zijn voordat deze sluit. Afhankelijk van de omstandigheden is een bloem 1 tot 3 dagen open. Verzamel voor de controle van de bestuiving op verschillende plekken ongeveer 20 gesloten bloemen. Alle gesloten bloemen moeten beetmerken vertonen. De gesloten bloemen geven het exacte beeld. Bloemen die langer dan 1 dag open zijn, hebben tussen de 1 en 5 beetmerk
Controleer het werk van de hommels minimaal 1 maal per twee dagen. Introduceer een nieuwe hommelkast zodra het aantal beetmerken terugloopt naar 1 à 2 per bloem.
Stuifmeel komt het beste los bij een relatieve luchtvochtigheid (RH) tussen de 50% en 80% . Boven de 80%-85% RH komt het stuifmeel niet meer los en zullen de hommels hun activiteit staken.
Onder de 50% RH neemt de kiemkracht van het stuifmeel af waardoor er problemen met vruchtzetting kunnen optreden. De hommels zullen het stuifmeel nog wel verzamelen en beetmerken achterlaten, maar er zal geen vrucht groeien.
Hommels zijn actief bij een temperatuur tussen 8 en 32 graden Celsius. Zij werken optimaal bij temperaturen tussen 8 en 28 graden Celsius. Bij temperaturen van 28 tot 32 graden Celsius vermindert langzaam hun activiteit. Bij nog hogere temperaturen stoppen de hommels met vliegen. Vanaf dat moment koelen de hommels de kolonie totdat de temperatuur weer daalt onder 32 graden Celsius.
Een gezond gewas en de aanwezigheid van voldoende vitale bloemen zijn de basis voor een goede bestuiving. Er zijn diverse oorzaken die de gezondheid van de plant kunnen verstoren en daardoor ook het aanbod van voldoende vitale bloemen. Potentiele gevaren schuilen in watertekort, ongebalanceerde voeding, invloed van virussen, plantziekten, plagen, onvoldoende of extreme groei, extreem klimaat of de invloed van chemische middelen op de plant/bloemen.
Hommels houden de temperatuur in de nestkast constant. Bij langdurige blootstelling aan een te hoge temperatuur kan schade aan de kolonie ontstaan. Plaats de hommelkast daarom op de koelste plek of minimaal in de schaduw, met name tijdens het warme deel van de dag. Zorg in de donkere winterperiode voor zonlicht. Schaduw kan komen van het gewas, een kratje of andere afschermingen. Bij extreme temperaturen zijn extra maatregelen nodig, zoals actieve koeling.
- Plaats de kast goed zichtbaar voor hommels en mensen
- Plaats de nestkast horizontaal
- Bescherm de nestkast tegen condens en regenwater
Niet alle chemische middelen zijn te combineren met hommels. Raadpleeg voor meer informatie onze neveneffectenapplicatie.
Plaats de nestkasten bij voorkeur niet met meer dan 3 bij elkaar. Laat de uitgangen van de nestkasten naar verschillende kanten wijzen maar niet het gewas in.