Categorie: Artikel
Publicatiedatum: november 12, 2015

Dreiging tabakswittevlieg centraal in bijeenkomsten tomaat en paprika

In twee bijeenkomsten op 7 en 15 oktober bracht Koppert telers van paprika en tomaat op de hoogte van actuele zaken in de biologische gewasbescherming. Vooral de bedreigende opmars van de tabakswittevlieg kwam uitgebreid aan de orde.

In het zuiden van Europa is hij een gewaardeerd bestrijder van onder meer Tuta absoluta, Nederlandse telers zien hem liever gaan dan komen: de roofwants Nesidiocoris tenuis. Hij is verwant aan Macrolophus pygmaeus, oftewel Mirical. Nesidiocoris is neergestreken in de Nederlandse kassen en veroorzaakt daar bij gebrek aan prooi vraatschade aan de plant.

Na het aanvreten van de jonge groeipunten ontstaat een necrotische kring. Daar omheen vindt kurkvorming plaats, waarna in ernstige gevallen de kop van de plant kan afbreken. Lastig aan Nesidiocoris is dat hij lange tijd onopgemerkt kan blijven: het is vaak pas de schade die duidelijk maakt dat hij in het gewas zit.

De roofwants kan op het moment alleen met breedwerkende chemische middelen worden aangepakt, die het opgebouwde biologische evenwicht kunnen verstoren. De afdeling R&D van Koppert zoekt naarstig naar betere mogelijkheden om hem te bestrijden.

Cryptobug-L: óók in de groenteteelt
Cryptobug-L heeft zich al bewezen in de teelt van onder meer kamer- en potplanten. Inmiddels is duidelijk dat hij ook in de teelt van tomaten wolluis zeer effectief weet te bestrijden.
Cryptobug-L is gebaseerd op de larven van Cryptolaemus montrouzieri. Anders dan de adulten van deze roofkever (het 'moederproduct' Cryptobug) zijn de larven weinig mobiel. Dat maakt ze zeer geschikt voor de bestrijding van beperkte aantastingen door wolluis en van haarden van het plaaginsect. Telers melden dan ook goede ervaringen met Cryptobug-L.

Proeven met Trichogramma
Nog volop uitdagingen aan het front van de rupsen. Een goede biologische manier om rupsen te bestrijden is nog steeds niet gevonden. Het moet nog steeds van chemische middelen komen. Dat is jammer, want de effectiviteit van chemische middelen is beperkt (resistenties) en hun gebruik kan de biologische aanpak van andere plaaginsecten bemoeilijken.
Recent deed Koppert proeven met Trichogramma. Deze sluipwesp parasiteert de eieren van onder meer de Turkse mot, maar laat de volwassen rupsen ongemoeid. De resultaten zijn nog niet zodanig dat Trichogramma de oplossing is voor het rupsenprobleem. Feromonen helpen de motten te signaleren en deze met Deltatraps weg te vangen.

Bemisia: alle hens aan dek!
De tabakswittevlieg, Bemisia tabaci, is sinds 2007 op de achtergrond geraakt. Dit jaar is hij weer heel actueel en een regelrechte bedreiging. Steeds meer telers van tomaat en paprika kwamen hem tegen in hun gewassen.

Lastig voor telers is dat de tabakswittevlieg moeilijk is te onderscheiden van de kaswittevlieg (Trialeurodes vaporariorum). Hij is bovendien sterk resistent tegen chemische middelen. Omdat hij zich over de hele plant verspreidt, geven vangplaattellingen niet altijd een betrouwbaar beeld van de plaagdruk.
Het advies van Koppert voor de belichte tomatenteelt is meteen bij de start van de teelt preventief Eretmocerus eremicus (Ercal) te introduceren. Deze sluipwesp pakt zowel de kas- als de tabakswittevlieg.
Daarna kunnen telers verder werken met Enermix, de combinatie van Eretmocerus eremicus en de sluipwesp Encarsia formosa. Ook in de onbelichte teelt is Enermix het aangewezen product om de twee soorten witte vlieg te bestrijden.

Koppert benadrukt voor vooral voldoende bestrijders in het gewas te zorgen. Dat is erg belangrijk, want stelde consultant Arno Moerman in de bijeenkomst voor tomatentelers: "Als het fout gaat met de tabakswittevlieg, gaat het meestal goed fout. Telers grijpen dan naar chemische middelen. Maar dan komt het biologisch evenwicht in gevaar en kan de teler met lege handen komen te staan. Als het gaat om Bemisia, maar ook als het gaat om de andere plaaginsecten."

Ook in paprika
Ook in paprika is de tabakswittevlieg weer opgedoken, zodanig dat Koppert het plaaginsect verwacht op veel bedrijven die nu of binnenkort aan een nieuwe teelt beginnen. Ook hier is het advies om heel vroeg bestrijders in het gewas te hebben. Bij paprika is dat in eerste instantie de roofmijt Amblyseius swirskii (Swirski-Mite).

Net als Arno Moerman pleit consultant Ben Driessen voor een voldoende hoog aantal bestrijders. "Amblyseius swirskii heeft ongeveer acht weken nodig om een sterke populatie te vestigen. In die tijd is de witte vlieg al bijna drie generaties verder. Daar is zonder harde maatregelen niet tegenop te werken. Zet Swirskii daarom vroeg in, dus preventief, en kies voor 25 procent meer exemplaren dan de standaardadviezen voorschrijven. En zet naast Swirskii ook Eretmocerus eremicus in."

Belangrijke rol voor Mirical
In beide gewassen kan Macrolophus pygmaeus (Mirical) een belangrijke rol spelen in de bestrijding van witte vlieg. Deze roofwants is erg effectief, maar heeft tijd nodig om zijn populatie op te bouwen. Door hem bij te voeren met eieren van Ephestia kan de teler de populatie-opbouw versnellen. Arno Moerman: "Een teler kan Macrolophus een extra handje helpen door niet meer bladeren weg te snijden dan strikt noodzakelijk is. Hou tenminste 21 tot 23 bladeren per plant aan, dan loopt zijn populatie sneller op. Ook voor Mirical geldt: zet voldoende exemplaren uit, en zonodig extra exemplaren."
Tot slot kunnen Horiver vangplaten en Rollertraps de teler helpen witte vlieg te signaleren, maar uiteraard ook weg te vangen.

ProParva houdt de vaart erin
ProParva uit de NatuGro-reeks wordt meegegeven aan de jonge kiemplant. Deze maakt meer haarwortels aan en dat zorgt voor een betere opname van voedingsstoffen. Zo krijgt de kiemplant een boost: meer groeikracht en een grotere weerstand tegen stress en pathogenen in het wortelmilieu. ProParva is een volkomen natuurlijk product en past dus uitstekend in een duurzame teelt.
Een belangrijk signaal voor de effectiviteit komt van grootgebruikers, de plantenkwekerijen. Steeds meer plantenkwekerijen gebruiken het product, in een aantal gevallen zelfs als standaardbehandeling, in andere gevallen op verzoek van de klant. De conclusie is duidelijk: ProParva doet het steeds beter. En wat de jonge plantjes betreft: het product houdt letterlijk de vaart erin.

Andere presentaties
De aanwezige telers kregen nog drie presentaties voorgeschoteld. Jan de Smet van Forteco behandelde de teelt op kokos, ook in relatie tot NatuGro. Remco Huvermann van Koppert zette de nieuwste innovaties in nestkasten op een rijtje. En Peter Jens van Koppert behandelde het perspectief van residuvrij telen en de kansen van inhoudsstoffen.