Categorie: Artikel
Publicatiedatum: december 08, 2019

Toenemende tripsdruk vraagt om meer R&D-inspanningen

Western Flower Thrips Frankliniella occidentalis on a leaf Western Flower Thrips Frankliniella occidentalis on a leaf

Toenemende tripsdruk vraagt om meer R&D-inspanningen

In tal van gewassen is trips vanouds een belangrijke bedreiging. Zorgelijk is het dat steeds meer soorten trips zich steeds makkelijker over de aardbol verspreiden. Zorgelijk, want niet voor elke tripssoort in elk gewas is ogenblikkelijk een biologische oplossing beschikbaar. Koppert zet daarom in op nog veel meer R&D.

Sierteeltconsultant Jenette Douma neemt de situatie in Nederland als voorbeeld. Hier werd lange tijd gedacht dat alleen de Californische trips (Frankliniella occidentalis) in de verschillende gewassen aanwezig was. Maar inmiddels is duidelijk dat andere tripssoorten ook aanwezig zijn. Gewasspoelingen bij Koppert bewijzen dat. Het onderzoek aan bladmonsters laat meteen ook zien dat besmettingen behoorlijk omvangrijk kunnen zijn.

"Zo zien we dat Echinothrips, Thrips setosus en Dichromothrips corbetti zijn opgedoken. Enkele jaren geleden werd de Hortensiateelt behoorlijk overvallen door Thrips setosus, oftewel Japanse trips. Er werd eigenlijk nauwelijks op gescout omdat de telers er van uitgingen dat dit plaaginsect niet in hun gewas aanwezig was. Het was een vervelende verrassing toen ze hem wel vonden. Nog een voorbeeld is Dichromothrips corbetti die hinder geeft in Phalaenopsis en daar moeilijk is weg te krijgen. Hij zat er al een tijdje, maar werd aangezien voor Echinothrips."

Biologische oplossingen

Complicerend is dat teeltsystemen veranderen (denk aan het nieuwe telen) en steeds minder chemische middelen toegelaten zijn. "Dat betekent dat de teler minder middelen heeft om in te grijpen. Nogal wat chemische middelen zijn bovendien niet erg selectief; ze doden trips, maar ook de bestrijders van andere plaaginsecten. Het gebruik is niet goed in te passen in een geïntegreerd systeem. Terwijl de teler het steeds vaker van geïntegreerde oplossingen moet hebben. Helaas zijn die niet voor alle soorten trips in allerlei verschillende gewassen direct beschikbaar."

De ontwikkelingen in Nederland zijn elders ook zichtbaar. Het beeld varieert per continent en per land, maar trips rukt hoe dan ook op. En niet alleen in de sierteelt (waar tripsen cosmetische schade veroorzaken en de sierwaarde aantasten), ook in andere sectoren als de groenteteelt, de fruitteelt en de akkerbouw (zie kaderteksten).

Een sterke ketenaanpak

Koppert zet daarom sterk in op R&D. In de sierteelt zijn roos en bloeiende potplanten (zoals Hortensia en Phalaenopsis) belangrijke doelgewassen. Verheugend is dat dankzij de gewasspoelingen allerlei mogelijke strategieën sneller dan voorheen getest kunnen worden.

Daarnaast kijkt Koppert naar de rol van de vermeerderingsbedrijven. "Het is een vraagstuk dat de hele keten aangaat", stelt Jenette Douma. "Zeker nu steeds meer uitgangsmateriaal en ook halffabrikaten tussen de continenten en de landen heen en weer gaan. Dat vergemakkelijkt de verspreiding van allerlei tripssoorten en dat vraagt om een sterke ketenaanpak, waarbij goed scouten en preventie van het grootste belang zijn."

"De tripsbestrijding in de sierteelt moet het steeds meer van biologische oplossingen hebben", zegt consultant Jenette Douma.

Nieuwe tripssoorten in zachtfruit

In de buitenteelten van zachtfruit, en met name in aardbei, is sprake van een toenemende tripsdruk. De druk van de Californische trips neemt toe. Omdat deze trips erg resistent is voor chemische middelen stappen steeds meer telers over op de biologische gewasbescherming.

"Naast de van oudsher bekende soorten in aardbei als Thrips tabaci zien we in zachtfruit ook nieuwe soorten opduiken. Bijvoorbeeld Frankliniella intonsa, de rozentrips Thrips fuscipennis en Thrips setosus", vertelt consultant Guido Roozemond. "In aardbei is Thrips setosus dit jaar duidelijk aanwezig, maar of hij schade veroorzaakt en hoeveel is nog niet duidelijk." Hij wijst erop dat soms gunstige tripssoorten opduiken, zoals Aeolothrips, die andere schadelijke tripssoorten aanpakt.

"In andere landen kunnen de problemen groter zijn dan in Nederland. Zo zijn er in Duitsland telers die het met chemie niet meer redden. Het vraagt van hen zo'n enorme inspanning om de trips biologisch te beheersen dat zij noodgedwongen van teeltsysteem veranderen, bijvoorbeeld van lange doordragerteelten naar kortere junidragerteelten."

Een groot probleem in de uienteelt

Begin juli liep de tripsdruk in de Nederlandse vollegrondsgroenteteelt enorm snel op, vertelt consultant agri Frank Druyff. In de belangrijke gewassen uien (na tomaat het tweede groentegewas wereldwijd), kool en prei was sprake van zware besmettingen. En niet alleen in Nederland, ook in landen als Frankrijk en Spanje was dat het geval. Het is met name de tabakstrips Thrips tabaci die voor ernstige hinder zorgt.

"In een groot gewas als uien is en blijft trips één van de grootste problemen", zegt Frank. "Wereldwijd zien we in de vollegrondsgroenten ook andere tripssoorten, maar of die ook schade veroorzaken, is niet bekend. Dat vraagt om meer onderzoek."

Groenteteelt: trips behoorlijk onder controle

In de grote glasgroentegewassen tomaat, paprika en komkommer is trips geen heel groot probleem. In tomaat geeft trips nauwelijks problemen en is het uitzetten van natuurlijke vijanden niet nodig. In komkommer weet Amblyseius swirskii (Swirski-Mite) trips er goed onder te houden.

In paprika is swirskii de aangewezen natuurlijke vijand voor de preventieve aanpak, terwijl Orius laevigatus (Thripor-L) curatief wordt gebruikt. "We zien wel dat Orius in paprika op het moment overal iets minder makkelijk aanslaat", zegt groenteconsultant Alex Taal. "Wat daarvan de oorzaak is, onderzoeken we nu. Omdat Orius moeilijker aanslaat, zijn wel duidelijk hogere aantallen Orius per vierkante meter nodig om trips onder controle te krijgen".

Hij benadrukt dat het gebruik van Horiver Geel belangrijk is; de teler kan dan zien of de plaag er is en hoe deze zich ontwikkelt.

Hulp nodig?