Categorie: Artikel
Publicatiedatum: september 03, 2019

Bijvoeren montdorensis in chrysant: beduidend betere tripsbestrijding

Ellen_Klein__chrysantenproject-01_-_MGL6828-2.jpg

Ellen Klein: "Het bijvoeren van montdorensis heeft een duidelijk positief effect op de beheersing van trips. Het systeem van bijvoeren is bovendien probleemloos."

Van de roofmijt Transeius montdorensis tegen trips is bekend dat het bijvoeren van zijn populatie zijn effectiviteit in het gewas chrysant vergroot. Omdat deze kennis op oude onderzoeken is gebaseerd, zocht Koppert vorig jaar nog eens uit hoe het precies zit.

In het kader van een onderzoek voor Perfecte Chrysant (waarin wij de gewasbescherming voor onze rekening nemen) vergeleken wij in een eigen nevenonderzoek over meerdere teeltrondes drie situaties met elkaar:

1. Niet bijvoeren;
2. Het bijvoeren van montdorensis met een standaarddosering van 2.000 Carpoglyphus lactis per m2/week;
3. Het bijvoeren van montdorensis met een halve dosering, oftewel 1.000 C. lactis per m2/week.

Het onderzoek vond plaats tussen maart en oktober 2018. Als bijvoerproduct werden alle stadia van Carpoglyphus lactis gebruikt, aangevuld met voedsel voor de voermijten.

Duidelijke conclusies

Het onderzoek leverde duidelijke conclusies op.

1. Wanneer de roofmijt niet werd bijgevoerd, legde montdorensis geen eieren. Zijn populatie in het gewas bleef zodoende kleiner en de tripsdruk liep op.

2. Bij het bijvoeren van de verlaagde dosering Carpoglyphus was er wel eileg. De larven van montdorensis die uitkwamen, vonden dankzij het bijvoeren voldoende voedsel. Als gevolg daarvan was de populatie van de roofmijt groter.

3. Bij het bijvoeren van de standaarddosering Carpoglyphus is de populatie roofmijten niet twee maal zo groot, maar wel duidelijk nog iets groter vergeleken met de halve dosering.

Kortom: door montdorensis bij te voeren, ontwikkelt zijn populatie zich beter. En dat is te zien aan een beduidend lagere tripsdruk en als gevolg daarvan veel minder gewasschade.

Een probleemloze werkwijze

"Wij zijn blij met deze duidelijke uitkomsten, ze bevestigen nog eens wat wij al dachten", vertelt consultant Ellen Klein. "We kunnen nu bij onze klanten in de chrysantensector een duidelijk advies neerleggen: voer montdorensis bij met Carpoglyphus lactis en je zult meer effect van de roofmijt hebben. Daarnaast is al bewezen dat ons systeem van bijvoeren meteen werkt. Het is werkelijk een probleemloze werkwijze."

Tabakstrips in chrysant: meteen na invlieg aanpakken

Tijdens het onderzoek nam Koppert veel spoelmonsters om een indruk te krijgen van de tripsdruk op de verschillende teeltbedrijven. Uit het monsteronderzoek kwam naar voren dat de Californische trips in 2018 jaarrond aanwezig was. De tabakstrips dook, als gevolg van invlieg, massaal op vanaf week 27. Op de vangplaten waren soms grote aantallen van het plaaginsect te zien. Toch viel de gewasschade erg mee en de meeste telers bleven daarom trouw aan de biologische bestrijding.

Overigens was nog niet eerder op zo veel bedrijven onderzocht (via determinatie in ons lab) welke tripssoorten precies aanwezig waren. Ellen Klein: "Doordat we nu weten dat de invlieg de tabakstrips betrof, kunnen we heel gericht adviseren. Ons advies voor 2019 is om de tabakstrips na de invlieg met een tweetal bespuitingen aan te pakken. Daarna is hij namelijk veel minder massaal en veel minder lang in het gewas aanwezig en kun je hem vaak de rest van het seizoen met bestrijders goed onder de duim houden. Je hebt dan dus meer succes van de biologische bestrijding."